"Wat is het dan dat je zoekt?" vroeg ze.
Ik glimlachte.
- "Zoek ik dan wat?"
Ze leek even na te denken.
"Zo lijk je wel."
Ik zuchtte.
- "Ik denk niet dat ik iets zoek."
Ik was bang te verdrinken in haar ogen.
"Waarom stuur je me dan berichten?"
Haar zelfingenomen grijns was nog niet veranderd.
Ik glimlachte terug, maar begreep niet wat er te grijnzen valt.
- "Ik mis je soms."
Haar grijns veranderde in een glimlach.
Ze bleef even stil.
"Ik jou ook, ... soms."
- "Ja, ik ook soms."
Ze nipte aan haar cava.
Vroeger dronk ze nooit cava.
"Vind je 't niet vreemd, Daan?"
- "Wat?"
"Dat je me nog mist?"
Ik dacht.
- "Goh, missen."
"Dat zei je net."
- "Misschien mis ik het jonger zijn?"
Ik nipte van m'n pintje.
Ik wenste dat ze ook nog steeds een pintje dronk.