maandag 29 juli 2013

De rust van de totale fuck-up

"Wat is het ergste dat jij ooit in naam der liefde gedaan hebt?"
Maaike zat aan het houten tafeltje een sigaret te rollen.
Haar vingernagels waren vuil, haar krullen waren warrig.

Ik dacht even na.
- "Ik ben even zot geworden." zei ik.
Ze glimlachte.
"Dat weet ik nog." zei ze.
Ze grijnsde.

- "Vond je dat erg?"
Ze keek naar het plafond en haalde herinneringen op.
"Dat, euh, was niet leuk." antwoordde ze.
Ik zuchtte. "Sorry, nog eens, daarvoor."
Ze glimlachte. "'t Is lang geleden."

- "Ik weet niet wat het is, Maaike. Dat gevoel van wanhoop, dat gevoel dat je compleet machteloos staat tegenover iemand anders' beslissing. Het maakt me echt kapot."
Ze knikte. "Ik begrijp je wel, Daan. Maar jij gaat gewoon erg ver."
- "Ik weet het."
"Waarom doe je het dan?"
- "Ik weet het niet."

We bestelden nog een pintje.

- "Het is alsof ik onbewust probeerde de beslissing voor jou zo eenvoudig mogelijk te maken."
Ze keek me vreemd aan. "Hoe bedoel je?"
- "Welja, het is alsof ik doelbewust alle mogelijke toekomstperspectieven in de pan hakte en ervoor wou zorgen dat jij me nooit meer graag kon zien."
Ze dacht even na over die zin.
- "Begrijp je?"
Ze schudde haar hoofd.

- "Toen ik je tientallen sms'en per nacht stuurde wist ik dat dat op je zenuwen werkte. Ik kon mezelf gewoon niet tegen houden. Ik wou dat je ofwel op dat moment je gsm nam en me opbelde om te zeggen dat je me graag zag, of dat je ofwel je gsm pakte en zei dat je me nooit meer wou zien."
Ze lachte een zuur lachje.
"De onduidelijkheid verdrijven, dus?"
- "Ja, de onduidelijkheid verdrijven."
Ik nam een slok van de pint die de barman voor m'n neus gezet had.

"Ik had je toch gezegd dat er geen toekomst meer was?"
Ik knikte. - "Ja, je had dat gezegd."
... "Maar je geloofde me niet?"
- "Je zei 'niet nu.'"
Ze zuchtte.
"En daarna zei ik 'nooit'."
Ik knikte. - "Omdat ik sms'en bleef sturen."
Ze knikte. "Ja, en daarna bleef je sturen."
Ik grijnsde. "Ik was er toen al aan gewend."
Ze nam een grote slok van haar pint.
We zaten in stilte.

"Waarom kon je 't eigenlijk niet gewoon aanvaarden?" vroeg ze.
- "Ik wou het niet aanvaarden." antwoordde ik.
"Maar het was toch veel beter voor je geweest om dat wel te doen?"
Ik knikte. - "Maar ik kon het niet."
"Maar je wist toch dat wat je deed zeker niet zou helpen?"
- "Het hielp mij."
"Hoezo?" vroeg ze.
- "Ik kreeg rust toen ik besefte dat ik het volledig verknald had."
Ze keek verdwaasd.
- "De rust van de totale fuck-up, Maaike."
Ze knikte, nog steeds verdwaasd.
"Je bent vreemd, Daan."

zaterdag 27 juli 2013

Mijn Lief Maria

Liefste,

In wezen is het niemands fout, maar ik voel me wel wat schuldig. Wat je zegt is best wel waar. We passen niet echt bij elkaar. En ergens had ik dat sneller door dan jou, maar ik wou dat niet aanvaarden.

Ik heb jou dingen aangedaan die je niet verdiende. Ik ben niet lief geweest, toen jij dat wel was. Ik heb geen moeite gedaan, terwijl jij dat wel deed. Ik heb niet van jou gehouden, terwijl jij wel van mij hield. Ik keek enkel naar je mooie glimlach en je knappe lijfje, terwijl jij m'n lelijke kop en m'n bierbuik aanvaardde voor wat je binnenin dacht te zien.

(Hij is trouwens weg, Maria, die bierbuik. Jou missen heeft dus duidelijk toch een positief effect.)

Ik mis je. Ik mis je oprecht. Ik schreeuw van de daken dat ik je graag zie. Maar we zijn allebei moeilijke mensen. We zijn beide koppig en doen allebei enkel onze zin. Wat moeten twee gelijke mensen met elkaar?

We pasten echt niet bij elkaar, hé Maria?

Maar wat mis ik dan, Maria? Je glimlach en je knappe lijfje? Ja, die mis ik. Maar ik mis nog meer. Ik mis al die kleine dingen, die dingen die mij eerst zoveel irriteerden.

Het doet me denken, Maria, aan een zin uit Black Books. Weet je nog, als Fran zegt: "Yes, I hated my shop. But hating it took up all of my time." Ik haat je niet, Maria; je vulde wel m'n leven.

(In zekere zin is Maaike tegen mij eerlijker geweest dan ik tegen jou.)

Ik zou er op dit moment nog alles aan doen om je terug te krijgen, Maria. Maar ik moet ook rekening houden met de gedachte dat jij misschien toch gelijk hebt en dat ik je eigenlijk een behoorlijke ambetant kutwijf vind. Ik beloof te proberen dat te denken, Maria. Voor jou hou ik die mogelijkheid open.

Het spijt me dat ik je tijd verdaan heb.
Het spijt me dat ik je niet behandelde zoals jij mij wel behandelde.
Het spijt me dat ik je niet graag zie, want je bent een prachtige dame.
En het spijt me dat je misschien mijn langste rebound ooit geweest bent.

Ik kom er wel door, Liefste.
Met whisky, sigaretten en wat J.J. Cale.

Misschien hou ik later ook nog wel eens van jou.
Als ik ouder, wijzer en minder krankzinnig geworden ben.
En héél misschien hou jij dan ook nog wel van mij.

Ik hou van je.
(- of niet.)

Daan Petersen Skaeg.

donderdag 25 juli 2013

Words

I am very fed up with this self pitty. I'm doing fine. I can do fine. I will do find later. Right now, I'm a mess. But that will change. Soon. In a few months. Four months, if I can believe the statistics. In four months I'll have forgotten about you. Well, not forgotten about you, but I won't feel bad anymore. It doesn't matter. You've stopped feeling bad two months ago.

If only there were words that could change your mind. If there were words that I could tell you that would love me again.

Begging is not the answer. I've read that. I've read that there are no words anymore to change your mind. I cannot say any words anymore that can make you think differently of me. I cannot convince you anymore that I can do better, that I can do the same things this guy is doing to you. I can take you for dinner. I can take you to places where you want to go. I can have walks with you. I can do that, for real. But I'll never be able to convince you.

I don't want anybody else.
I don't ever want anybody else.
Self pitty. Self pitty. All this bloody self pitty.

Change my mind, universe.
Change her mind, universe.

Do something.

woensdag 24 juli 2013

De voortplanting

Ik wil het niet. Ik aanvaard het niet. Ze zijn mis, de mensen die zeggen dat het anders is. Ze zijn dom en oud en idioot, de mensen die zeggen dat het normaal is, dat het simpelwet het leven is.

Liefde mag dat niet zijn. Liefde mag niet het gezever van onze biologische klok zijn die roept dat het ras verder moet. Het mag niet de meest optimale configuratie ter overleven zijn. Ik wil dat niet. Ik wil dat niet meer.

Wat hebben we nog om in te geloven, nu onze ziel een samenknoping van neuronen geworden is en god slechts bestond gedurende een milliartste van een seconde? Nu kapitaal en maatschappij zelfs hun geloofwaardigheid zijn verloren?

Moeder, waarom leven wij?
Moeder, waarom lieven wij?

"Overtuig me" fluisterde ze.
Hij draaide zich om en ging slapen.

Laat me mijn liefde, alsjeblieft. Laat me mijn pijn. Laat me het verlangen om gek te worden als ik je niet zie of hoor of ruik of voel. Laat me nog even geloven dat ik zonder jou niet verder kan.

Steeds verkeerd gepland. Steeds verkeerd gelopen. Liefde tot een toevaligheid herleidt.

Aftellen tot eeuwig.

Neem me mee op café.
En daarna naar je bed.
Ik zal heel hard proberen
je niet meer graag te zien.

dinsdag 23 juli 2013

Blergh

I'm sick of moping. I'm sick of feeling depressed. I'm sick of depending on you. I'm tired of thinking about the past. And yet, here I am again, thinking about how you've already replaced me with someone else.

I'm done feeling angry. I just try not to think about it anymore. I am trying to change my mind about some things; dependency on love to be happy, the thought of everlasting love, the failure of losing a girl. I'm trying to find my life goal, though it just feels like a very long song played on repeat. And I'm tired of the song as well.

Writing in English because it would only sound silly in Dutch. Writing in English because whining in English seems less stupid than whining in Dutch.  Thinking about different ways to kill myself temporary without sounding suicidal.

And at the same time I keep repeating the same sentences over and over again. I can do this without you. I can do this without you. I can do this without you. I can survive everything. Even you.

The brain is a stupid muscle. It is filled by silly fantasies. Fantasies about how great you really are, fantasies about how, in the end, you'll figure out I could be good for you. Fantasies about how life could be.

Repeating over and over and over again. Repeating the song in my head. I should change the song, but I can't find the buttons. Maybe the buttons are destroyed and I'll stay in the same deadend job with the same deadend problems in my own deadend life. But then again, that last one always leads to a deadend.

I wish I could hate you. I really wish I could hate you. I wish I could hate a lot of people. But I only have fantasies.

zaterdag 20 juli 2013

Femme fatale

Ik deed mijn best een strop te maken. Ze stond naast me. Naast haar lag een hoed. Zij stond op de grond, ik op de stoel. Samen stonden we in het midden van het baudelopark, rond valavond, tijdens de gentse feesten. Het andere uiteinde van het koord had ik aan de laagste takken van de boom geknoopt.

"Kom er af, Daan." zei ze streng.
- "Nee." zei ik.
"Kom er af!"
- "Nee!" herhaalde ik.
"Ok, dan. Jij je zin."
- "Yep."

Ik keek naar de mensen die zich rond ons begonnen te vormen. Een klein meisje wierp een euro in de hoed.

"Wat denk je hiermee te bereiken?" vroeg ze.
- "Niets." antwoordde ik. "Ik hoef hier helemaal niets mee te bereiken."
"Denk je dat ik hierdoor terug kom?"
- "Misschien."
"Ik kom niet terug."
- "Jammer."

Ik stak mijn nek door de strop.
"Met dreigementen kom je nergens, Daan!"
- "Het is geen dreigement" antwoordde ik kalm.
"Met ultimatums ook niet!"
- "Het is ook geen ultimatum."
"Wat is het dan?" vroeg ze kwaad.
- "Een performance."

Ze keek me verward aan.
"Een performance?"
- "Ja." zei ik. "Het is allemaal maar show."
"Hoezo?"
- "Het leven, dat is allemaal maar voor de show."

Ik had eens gelezen over een jongen die met een meisje getrouwd was omdat zij voor hem zelfmoord wou plegen. Ik vroeg me af of dat ooit echt gebeurde. Ik denk niet dat het een goede basis voor een relatie is.

- "Dag." zei ik.
"Wat?" vroeg ze.
- "Ik zei dag."
"Daan, kom van die stoel!"

Ik schopte op de stoel. De stoel viel omver. Ik hing daar even te bungelen. Het publiek applaudiseerde.

Zij gilde. Ze gilde en ze riep dat het geen toneel was. Ze gilde dat ik echt aan het sterven was. Het publiek leek niet te reageren.

woensdag 17 juli 2013

Wat ik nooit verzond

Liefste,

Hoe gaat het op je werk?
Met mij gaat het prima.

Liefs,
Daan.

dinsdag 16 juli 2013

Stel

Stel dat ik morgen opsta, dan kan het zijn dat ik je zie. Ik sta dan op, zoals gewoonlijk, strompel naar de lavabo, steek een sigaret op, kijk hoe geel mijn tanden zijn, strompel naar de zetel, neem een dafalgan en staar wat voor me uit. Het is mogelijk, dat ik dan plots een berichtje van je krijg en dat je vraagt om iets te gaan drinken.

Stel dat ik dan in de auto spring en naar je toe rijdt. Ik ben dan verschrikkelijk zenuwachtig, ongelofelijk gehaast en de hele tijd aan het piekeren over wat ik zou zeggen als ik je terug zie. Het is mogelijk dat ik dan heelhuids bij je aan kom, een kwartier op zoek ga naar een parkeerplaats, uit de auto stap, een boeket rozen koop in het winkeltje om de hoek en tien minuten later aan je voordeur sta te bellen.

Stel dat je dan open doet. Jij zou daar dan staan, in dat deurgat, je eigen fantastisch zelf staan te wezen. Ikzelf zou daar dan ook mijn eigen afgeleefde, zielige zelf staan te wezen en jij zou even verschieten over hoeveel ik wel vermagerd ben. Jij zou dan kunnen zeggen, man, wat ben jij vermagerd, maar je zou ook niets kunnen zeggen en me gewoon binnen kunnen laten.

Stel dat je me dan gewoon binnen laat. Jij zou me dan naar boven leiden, naar je appartement. Je zou me dan vragen of ik iets moet hebben om te drinken. Ik zou dan zeggen: "een pintje" en jij zou me dan een pintje geven. Het is dan mogelijk dat jij me vraagt hoe het met me gaat.

Stel dat je vraagt hoe het met me gaat. Ik zou dan kunnen antwoorden dat het goed gaat, dat ik mijn leven terug op de rails heb gekregen en zonder jou ook gelukkig bent. Jij zou daar dan ofwel doorheen kunnen kijken, ofwel zou je geloven dat ik écht gelukkig ben en zeggen dat je daar blij om bent.

Stel dat je zegt dat je daar blij om bent. Het zou dan kunnen dat je naast me komt zitten, dat je zacht begint te huilen en dat je me vertelt dat je me eigenlijk wel mist. Ik zou je dan eventueel in mijn armen kunnen pakken en je proberen troosten.

Stel dat ik je troost, dan zou ik kunnen zeggen dat ik je ook mis en dat mijn leven een hel is sinds jij vertrokken bent. Ik zou dan in je oor kunnen fluisteren dat ik nu wél weet hoe graag ik je zie en dat ik je nooit meer wil verliezen.

Stel dat ik nu maar gewoon mijn pillen neem en probeer niet meer aan jou te denken.

woensdag 10 juli 2013

Kooi

IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (hou van me.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (laat me gaan.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. ER ZIT EEN BEESTJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (het koord lonkt.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. BEESTJE ZIT VAST IN IK. BEETJE ZIT IK VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (wat is dit, zonder jou?) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (obsessieve klootzak.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (woede op mezelf.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. BEESTJE, IK ZIT VAST. BEESTJE, HOU ME NIET MEER VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (nog vijf maanden.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST.

Vrij naar mij, laat me vrij.

dinsdag 9 juli 2013

Kijk naar me

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me.
Zie hoeveel ik van je houd.
Zie hoe kwaad ik ben op mezelf.
Zie hoe klaar ik ben te veranderen.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me.
Kijk hoe ik op mijn knieën
door het stof ga,
voor een laatste jou.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me.
Hoe ik nu weet wat ik eerder niet wist.
Hoe ik toen zo dom was.
Hoe ik wijzer wil worden.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me,
hoe ik weer dezelfde fout maak.
Hoe ik jou boven mij verkies.
Hoe ik hoop dat je mij weer ziet.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

maandag 8 juli 2013

Bijna niets

Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat naast me wakker wordt,
dat naast me zit als ik naar een film kijk
dat zegt dat ik lekker kook.

Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat me de weg toont als ik verloren loop,
dat naar me op zoek gaat als ik diep zit
dat van me houdt als ik haar even vergeten ben.

Ik vraag toch niet zoveel?
Een meisje dat haar benen sprijdt
dat onvoorwaardelijk de mijne is
die meegaat in elke perversiteit.

Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat me recht houdt als ik ten onder ga
dat me kalmeert als ik haar haat
dat me gerust laat als ik alleen wil zijn.

Ik vraag toch niet veel?
Dat meisje dat onvoorwaardelijk van me houdt,
terwijl ik, onzeker, stom haar liefde verraadt,
en zij mij toch terug in haar armen neemt.

Tot ik, op een dwaze avond,
op het strand van Oostende,
plechtig aan mezelf beloof
dat ik haar nooit meer verlaat.

zondag 7 juli 2013

Het gemiddelde

"Geluk is van tijdelijk duur" schreef hij. Hij zat met z'n dronken kloten voor z'n computerscherm en schreef een email naar iemand die er niet was. "Geluk is er zolang we het respecteren. Verliezen we het respect ervoor, dan is het verloren." Hij las wat hij geschreven had en bedacht dat het belachelijk klonk. Toch vond hij het waarheid.

Hij besloot dat hij zijn lot "Maaike" zou noemen, dus besloot hij de email naar Maaike te sturen. Ze had er misschien geen boodschap aan, maar hij hoopte toch dat zij het zou begrijpen. Hij wist dat zij dat niet zou doen.

"Ik wil met je vrijen." schreef hij. "Ik wil met je vrijen gedurende de hele nacht en de hele dag, tot ik moe ben." Hij dronk van z'n pint en trok van z'n sigaret. "Daarna wil ik slapen en naast je wakker worden. En dan gaan we ontbijten."

"We zijn te gevoelig, ik en jij." schreef hij verder. "Wij weten hoe het leven in elkaar zit. Wij weten dat we niet weten hoe het leven in elkaar zit. Wij weten dat we verloren zijn, en aanvaarden dat, Maaike." Hij dacht aan Maaike's borsten, aan haar vingers, aan haar foef. Hij wou dat ze bij hem was.

"Maar het gaat over het gemiddelde, Maaike. Zijn we twee dagen gelukkig, dan mogen we één dat ongelukkig zijn. We waren een half jaar gelukkig, dus hebben we het recht om iets minder dan een half jaar ongelukkig te zijn. Zolang het gemiddelde gelukkig is, kunnen wij overleven."

Hij vroeg zich af of hij gemiddeld gelukkig, of ongelukkig was. Hij besloot dat hij vandaag enkel dronken was. Hij vroeg zich af of "dronken" ook "gelukkig" was. Hij miste haar en besloot van niet.

"We kunnen het niet, Maaike" besloot hij. "Wij kunnen dat niet, liefhebben en lief gehebt worden. Als we onszelf niet verliezen, verliezen we de ander. En zo moeten we verder, van top naar dal, telkens verder, op zoek naar hoe het dan eigenlijk wél moet."

"We zullen het nooit vinden, Maaike, want het bestaat niet. Het is beter er maar meteen een eind aan te maken." Hij wou er helemaal geen eind aan maken. "Of we geven op en we besluiten dat we het nooit zullen vinden, en we leggen ons daar bij neer. En we drinken, en we feesten, en we doen alsof het ons niet deert." Hij zuchtte. "... maar dat kunnen we niet."

"Wat blijft ons nog over dan, Maaike; de strop? Neen, de strop is opgeven. De strop betekent dat we losers zijn. Ik kan daarom niet voor de strop kiezen, ik kan enkel voor het leven kiezen. Ik kan enkel kiezen voor het gemiddelde. En hopen dat ik de quota haal."

"Voor elke dag dat ik gelukkig ben, ben ik bereid een halve dag ongelukkig te zijn, Maaike." schreef hij, afsluitend. "Voor elke dag samen met jou kan ik een halve dag zonder jou." 

Hij schreef nog "Ik hou van jou". Hij verstuurde de email. Hij wist dat er niets goeds van zou komen, maar dat deerde hem niet. Zijn waarheid was heilig en de quota definitief.

donderdag 4 juli 2013

Een nieuw verhaal

Uit goede gewoonte ben ik nog maar eens met een nieuw verhaal begonnen. Je kan de dolle avonturen van Oliver en Maria vanaf vandaag volgen op http://constant-now.blogspot.be/

Ik en jij en wij

Ik, kapot van de idee dat ik je nooit of te nimmer meer zou zien, met een fles whisky en een sigaret. Jij, kapot van de idee dat je er weer in geluisd bent, met een pint en een sigaret. Duizend kilometer van elkaar.

Ik, wanhopig, uitgeblust, kwaad op mezelf omdat ik het weer zo ver heb laten komen. Jij, gedecideerd, koppig, onzeker over liefde, kwaad op mij omdat ik het weer zo ver heb laten komen. Jij, met de idee dat ik een klootzak ben. Ik, met de idee dat jij het meisje van mijn leven was.

Water en wijn. Water in de wijn. Wijn in het water. Een existentieel crisis meer of minder, wat zou het in de oneindigheid van het heelal.

Ik, keihard aan het proberen jou te vergeten. Jij, keihard aan het proberen mij vergeten te zijn. Ik, wanhopig op zoek naar Maaike. Jij, keihard op zoek naar jezelf.

We zijn laf.

woensdag 3 juli 2013

Kom eens wat dichter

"Kom eens wat dichter." We zaten in de zetel. Op de achtergrond speelde dEUS. Ze zei niet zoveel. Ze kwam wat dichter zitten. "'t Is niet altijd makkelijk hé." Ze zei niets, maar legde haar hoofd op mijn schoot. Ik ging met m'n vingers door haar haren. 

"Soms vraag ik me af waarom we het eigenlijk nog doen." Ze draaide haar hoofd, mijn hand naar een ander plekje op haar hoofd leidend. - "Wat zouden we anders doen?" vroeg ze. Ik wist niet meteen een antwoord.

Ze ging terug recht zitten en stak een sigaret op. Ik dronk een slok rode wijn. Ze ging tegen me aan gaan liggen. We genoten van de duisternis van de nacht en van de flikkering van het kleine lichtje van de sigaret. "Het is weer zomer, Maaike." Ze knikte. "Weet je 't nog, die vorige zomer?" Ze knikte. "Wat een zootje." Ze knikte.

Ik gaf ze een kus op haar kruin. "We gaan er deze keer geen zootje meer van maken, hé?" Ze zei niets. "Dit jaar doen we 't anders." Ze tipte de as van haar sigaret in de asbak en kwam weer tegen me liggen. "Geen verplichtingen meer, geen verwachtingen meer. "En we wachten gewoon tot we weer liefde vinden." Ze knikte. Ik legde m'n arm op haar rug. "Ik ben blij dat je hier bent."

Ze duwde haar sigaret uit in de asbak. - "Vergeet niet dat het maar voor even is, Daan." zei ze. "Ik weet het, Maaike." - "Voor héél even, Daan." - "Het kan me niet schelen, Maaike." - "En je bent zeker dat dat okay voor je is?" Ik knikte.

Ze kuste me. Ik kuste haar. - "Ben je héél zeker?" vroeg ze. Ik kuste haar. "Ja." Ze ging terug liggen. - "Wil je geen ander liedje op leggen?" dEUS zong "Nothing really ends". Ik wisselde de cd. - "Wat wil je nu doen?" vroeg ze. "Gewoon, graag zien." - "Wie?" vroeg ze. "Om 't even, Maaike." - "Mij?" vroeg ze. "Vanavond." antwoordde ik. Ze dacht even na. - "Ik jou ook." zei ze. - "Vanavond."

Ik was eigenlijk gewoon blij dat er was.
En overmorgen zou er wel een andere Maaike zijn.

Mellow

Jim: “I don’t know what you want me to tell you, man. All I know is that every time I’ve been faced with a tough decision, there’s only one thing that outweighs every other concern — one thing that will make you give up on everything you thought you knew. Every instinct. Every rational calculation

Dwight: Some sort of virus?

Jim: Love… Dwight, listen, no matter happens, you gotta forget about all the other stuff. You gotta forget about logic and fear and doubt. You just gotta do everything you can do get to the one woman who’s going to make all this worth it. At the end of the day, you gotta jump. You love Angela, Dwight. I think you always have.

- The US Office, Season 22, Episode 22
http://www.youtube.com/watch?v=V-Gw0bWfxF8

dinsdag 2 juli 2013

Zonder

Ik ben er van af. Ik ben vrij. Ik moet niet meer afspreken wat we vanavond gaan doen. Vanavond doe ik wat ík wil doen. En als ik niets wil doen dan doe ik helemaal niets.

Ik mag diepvries pizza's eten als ik wil. De hele week diepvries pizza's. En ik hoef daar geen uitleg over te geven. Ik hoef niet meer te koken voor jou. Ik hoef niet meer naar huis te komen omdat jij daar op me zit te wachten. Ik hoef de wc niet meer te kuisen. Ik hoef geen rekening meer te houden met je hond.

Ik kan zonder je wakker worden wanneer ik het wil en zonder jou gaan slapen wanneer ik wil. Ik kan zonder jou mijn boterham smeren, mijn ice tea drinken, mijn motorfiets herstellen en naar de gentse feesten gaan. Ik kan zuipen en zuipen en praten en gieren en dansen en zingen en zuipen en gillen, allemaal zonder jou.

Ik moet niet meer denken aan wat jij van mij verlangd. Ik moet niet meer nadenken over die dingen waar jij droevig van wordt. Ik moet nu niet meer denken aan hoe ik je 's nachts moet omhelzen. Ik hoef niet meer denken aan de tippen van mijn vingers die langs je blote rug glijden. Ik moet niet meer denken aan je haar, aan je ogen, aan je bloedmooie gezicht. Ik moet niet meer van je houden, ik moet niet meer met je vrijen, ik moet je niet meer knuffelen.

Ik zou niet meer moeten denken aan hoe je soms lief was. Ik zou niet meer moeten denken aan over hoe je me altijd mee nam op je vreemde avonturen. Ik zou niet meer moeten denken aan hoe jij me vastnam, hoe jij me kuste, hoe we samen de zee verkenden. Ik zou niet meer moeten denken over hoe je me overal thuis deed voelen, over hoe je alles deed om goed te maken voor ons.

Ik mag niet meer denken over hoe graag je me wel zag. Ik mag niet meer denken aan hoe ik vergat om jou graag te zien. Ik mag niet meer denken over hoe je me gelukkig maakte, terwijl ik dat eigenlijk zelfs niet helemaal zag. Ik mag niet meer denken aan hoe graag ik je eigenlijk wel zie.

Ik moet je laten gaan.
Ik moet je vergeten.
Ik moet stoppen met jou graag te zien.

Ik moet stoppen met denken aan jou.

Het vervolg

Ze zaten naar het scherm te staren. Hij zag dat ze ontroerd was door wat ze las. Onverzadigbaar bleef ze naar beneden scrollen, op zoek naar het vervolg. Maar ze kon het niet vinden, hij wist dat ze het niet zou vinden, simpelweg omdat het nog niet bestond.

Vond je 't mooi? Klik op "Vind ik leuk" en ik vertel je binnenkort een nieuw verhaal.

Hierzo ↑