dinsdag 28 mei 2013

Sorry, Maaike

Ze was bezig alles in dozen aan het steken. Haar hele hebben en houden, of toch dat deel daarvan dat ze in onze kleine caravan had opgestapeld. Ze had haar koptelefoon aan, dus ik ging weg. Over drie dagen zou ze vertrekken, maar alles zat nu al in kartonnen dozen. Voorbereid op de storm die dra zou komen.

Maaike zat ondertussen op haar stoel te draaien met een pint lauw bier voor haar neus. Ze was onwennig, het was lang geleden dat we elkaar nog zagen.

"Sorry, Maaike, ik heb het weer verneukt."
Ze keek me aan met haar grote ogen en knikte.
- "Dat heb je inderdaad, Daan."

Ergens op deze muur had ik ooit nog Maaike's naam gekrast. Ik wist niet meer waar, want op het tijdstip van de feiten was ik in een dronken bui.

Maaike wees. "Dáár staat mijn naam, Daan."
Ze had me zien rondkijken, of misschien kon ze nog steeds in mijn hoofd kijken.
"Ja, ik weet het." loog ik. Ik loog vooral over idiote dingen.

- "Het was gezellig toen het hier nog geen rookkot was." zei Maaike, na een korte stilte.
"Ja. Maar gelukkige mogen we hier nog steeds roken."
- "Het stinkt."
"Jij stinkt."
- "Sorry."

- "Wat ga je nu doen?"
Ik was weg gedroomd. Ze gaf me een stamp.
- "Ey! Wat ga je nu doen?" vroeg ze opnieuw.
"Ik weet het niet."
- "Je bent een klootzak" zei ze.
Ik zweeg omdat ik dat ook niet wist.

Ze rolde een nieuwe sigaret en stak die tussen haar lippen.
- "Geef je vuur eens."
Ik gaf m'n aansteker.
Ik staarde weer wat voor me uit.

- "Ey, zit je naar m'n borsten te kijken?"
"Ja." Soms loog ik niet wanneer ik het eigenlijk wel moest doen.
Ze glimlachte. - "Ze zijn gegroeid, niet?"
"Ik weet het niet."

"Bij je nog op je vingers?" vroeg ik.
Ze stak haar handen uit. Haar handen waren proper.
"Proficiat."

- "Ik ga naar huis." zei ze plots.
"Ok." zei ik.
- "Tot morgen?" vroeg ze.
"Misschien." loog ik.

Ze ging weg.
Ik rookte nog een sigaret.
Ik dronk nog een pintje.
Niemand kwam me vragen hoe het met mij ging,
en dat was eigenlijk maar best.


donderdag 16 mei 2013

Arya (Maaike) Stark

(Naar http://www.youtube.com/watch?v=oRO0jQFnLjE)

Moe, ziek, zoekend liep ze diep in 't Wester woud.
't Volk keek, snoof en grief, zag niet wie zij was.
Een oude jas, haar schoenen vuil. Ontdaan van lief en leed.
Haar hart was koud, haar schoenen nat.
Niets waar ze nog naar keek.

Maar wie ben jij, wie ben jij
Dat je neer kijkt op mij.
Ik ben op weg, ik ben op weg,
ik kom er gerust wel.
Ik ben op weg, ik ken mijn weg,
ik kom er gerust wel.

Het vervolg

Ze zaten naar het scherm te staren. Hij zag dat ze ontroerd was door wat ze las. Onverzadigbaar bleef ze naar beneden scrollen, op zoek naar het vervolg. Maar ze kon het niet vinden, hij wist dat ze het niet zou vinden, simpelweg omdat het nog niet bestond.

Vond je 't mooi? Klik op "Vind ik leuk" en ik vertel je binnenkort een nieuw verhaal.

Hierzo ↑