zondag 25 augustus 2013

De Kater

Daar is ze dan weer. Als de roes een herinnering wordt en de katers uitgewerkt zijn. Je drinkt nog een slok whisky om ze tegen te houden, maar ze komt toch. De stilte. De stilte die je enkel krijgt als je enkel met je eigen brein in bed duikt. De stilte die schreeuwt in je kop.

(Waarom?!)

Roepen en schreeuwen en dromen van die stilte. Je afvragen waarom zij het zo gemakkelijk heeft. Je afvragen waarom je niets gedaan hebt toen je iets kon doen. Herhalen en herhalen en herhalen dat het beter is zo, ook al geloof je jezelf al lang niet meer.

(Waarom vraag je waarom?)

Verlangen naar de roes. Verlangen naar ergens anders. Verlangen naar dat meisje dat zegt, het is goed, kruip maar bij mij in bed vannacht. Ik zal je hand vasthouden en je strelen en je mag je schattige penis in mijn vagina laten glijden. Maar morgen moet je weg.

(Wat is de waarde van waarom?)

Je vraagt je af of dat meisje in die bar met je naar bed wou voordat je haar bruut liet staan voor een volgende pint. Je vraagt je af of dat kleine meisje je ooit nog een berichtje zal sturen. Je vraagt je af of je niet beter zou verhuizen naar een ander land. Je vraagt je af waarom ze liegt.

(Waarom niet stoppen met aan me te denken?)

Het is beter zo. 
Het ging niet meer.
:: Het is beter zo.
:: Het ging niet meer.
:: :: Het ging niet meer.
:: :: Het is beter zo.

(De mantra van het geluk, het leven in het nu.)

De stilte luwt niet. De stilte waait verder. En ergens staat een man met een pistool voor zijn spiegel. Hij mikt op de stilte. Hij schiet. Hij bloedt. Hij denkt even dat het allemaal zo erg niet is.

Je overleeft.

zondag 18 augustus 2013

Zomaar een meisje

Het was zomaar een meisje geworden dat voor me zat. Ik keek in haar ogen, keek naar haar gezicht, haar gehavende lippen. Het was niet meer het meisje dat ik enkele jaren daarvoor had leren kennen. Vanavond was het zomaar een meisje. Dat ik graag gezien had. Lang geleden.

"Lukt het nog?" vroeg ik.
Ze zat op de houten tuinstoel met haar handen in haar schoot.
- "Lukt wat nog?" vroeg ze.
"Het leven." antwoordde ik.
Ze zuchtte.
- "Het lukt." zei ze. "En jou?"
Ik glimlachte.
"Het lukt."

Hoe kon ze op die paar jaar zomaar een meisje geworden zijn? Ik had het nooit voor mogelijk gehouden. Maar hier zat ze, voor me, met een rode wijn voor haar. Een meisje van dertien in een dozijn. 

Ze glimlachte.
- "Ik wil een hond." zei ze plots.
"Een hond?"
- "Ja, een hond."
"Waarom?"
Ze bleef even stil.
- "Tegen de eenzaamheid."

Ik had voor haar willen moorden. Ik had voor haar willen sterven. Ik had voor haar bergen willen verzetten, ooit, in een lang vervlogen verleden. Ik had voor haar geschreeuwd, had voor haar gehuild, had alles gedaan wat ik eigenlijk niet had mogen doen. En nu, nu was het gewoon een meisje geworden.

"Ja, eenzaamheid" zuchtte ik.
Ze knikte.
"Het gaat wel over."
- "Ja, het gaat wel over."
"Het wordt best wel okay."
- "Het wordt okay."

Ik boog me voorover en kuste haar. Ze trok zich even terug, twijfelde, boog zich een beetje naar voren en drukte haar lippen op de mijne. Daarna trok ze zich weer terug, keek wat naar de vloer, keek me in de ogen, zei "sorry" en keek weer naar de vloer. Ik glimlachte en zei dat het niet gaf. Dat ze geen sorry hoefde te zeggen. 

"Het is niet erg. 't Is enkel tegen je eenzaamheid."
Ze glimlachte verlegen en boog zich naar me toe.

Ik was niet eenzaam.
Ik had heel eventjes zomaar een meisje.

donderdag 1 augustus 2013

Vergeten

Liefste,



Het is zo ver. Ik ben er klaar voor. Ik ben klaar voor je, liefste. Ik heb er lang over nagedacht. Ik heb geschreven en gelezen, bedacht en bepijnsd. Ik heb ervaring opgedaan, ook. Ervaring voor jou.

Tien jaar geleden zat ik in de cinema met een meisje. Ze gooide popcorn naar mij. Daarna stak ze mijn tong in haar mond. Daarna ging ik weg.

Ik heb niet altijd geluisterd, liefste. Ik heb naar veel mensen niet geluisterd. Sommige van die mensen zeiden wijze dingen, liefste; maar ik heb niet geluisterd. Sommige andere zeiden ontzettend domme dingen, dus luisterde ik soms naar hen.

Vijf jaar geleden kwam m'n meisje m'n kamer binnen met een boeketje wilde bloemen. Ik hing het op aan een balk om het te laten drogen. Ik zei haar dat ik haar graag zag. Een week later kocht ik haar een boeketje wilde rozen.


Ik ben vaak liefdes vergeten, liefste. Vaak dacht ik meer aan andere dingen dan aan jou. Dat is voorbij nu, liefste. Vanaf vandaag ben jij het belangrijkste in mijn bestaan. Voor jou breek ik de muren af, steen per steen, om ze rondom ons terug op te bouwen.


Ik heb geen bloemen meer gekocht, na dat boeketje rozen. Ik was vergeten hoe het moest, rozen kopen. Ik was vergeten hoe ik lief moest zijn. Ik was het al lang vergeten toen m'n meisje besloot dat ze iemand nodig had die dat wel nog wist.

Maar, liefste, mijn liefste, ik weet het weer. Ik weet weer wat liefde eigenlijk is. Het is niet vechten, het is samen komen.

Vorig jaar zat ik op het strand met m'n nieuwe meisje. Ze zag me graag. Ze deed moeite. Ze kocht boeketjes bloemen en streelde m'n haren. Ik niet. Ik was vergeten wat dat was, graag zien. Ik zag graag op een andere manier.

En, liefste, als ik het toch vergeten zou, geef me dan dit briefje. Ik zal naar je luisteren. Ik zal me proberen herinneren wie je was en je terug graag zien.

Dus, liefste, mijn liefste, als je dit leest, weet dan dat ik je graag wil leren kennen. Mijn naam is Daan.

Ik kom je wel eens tegen, liefste.

Groeten,
Daan.

Het vervolg

Ze zaten naar het scherm te staren. Hij zag dat ze ontroerd was door wat ze las. Onverzadigbaar bleef ze naar beneden scrollen, op zoek naar het vervolg. Maar ze kon het niet vinden, hij wist dat ze het niet zou vinden, simpelweg omdat het nog niet bestond.

Vond je 't mooi? Klik op "Vind ik leuk" en ik vertel je binnenkort een nieuw verhaal.

Hierzo ↑