donderdag 10 juli 2014

Share my thoughts

There is no reason to believe you still exist.

I'm not sure what it's related to. It is, of course, possible that I completely messed it up by the way I reacted when it happened. It is likely that I pushed you away. But still... It happened before with people that wasn't me, didn't it?

There is no reason to believe you would read this.

I'm starting to think it's just the way I am. I seem to be the kind of guy who can never be happy with what he has. I always need the thing I once had. When I had you, I wanted the girl I had before you. When I had her, I could only think about that first one. And now, when I'm back together with that first girl, I can't seem to stop thinking about you.

There is no reason to think you're even giving me a second thought.

And what is it I want? Do I want to build a carreer? I've been building that for ages. It doesn't seem to make me very happy. Do I want you? I didn't seem to like you all that much. Do I want her? Well, apparently that's not ideal either.

There is no reason to stay awake.

I wish I could tell her I am able to change.
I wish I could promise you I am able to change.
I wish I could show the next one how much I have changed.

There is no reason to complain.

But the truth?
I still think about her.
I still think about you.
I still think about that girl I've loved when I was sixteen.

(I'm sure you've grown numb by now.)

How are you?
I'm doing well.
How is your family?
They're doing well.

(And the endless nagging continues.)

I wish to see you again.
And yet I'm quite happy.

Quite.
As usual.

(There is no reason to doubt.)

It's fine.
Fine.

Bye.

vrijdag 20 juni 2014

Vrijdag nacht

Het meisje dat voor hem zat was niet meer het meisje dat hij al die tijd eerder had leren kennen. Hij had haar staan opwachten buiten het restaurant. Ze was maar een paar minuten later dan hem toegekomen. Ze had geglimlacht en hem een kus op z'n wang gegeven. En terwijl ze hem kuste had hij haar geur proberen herkennen. Dat deed hij niet. Was hij haar geur vergeten? (Of was haar geur veranderd?)

Hij bekeek de kaart. Hij zou wat lichts bestellen. Hij had buikpijn, zoals gewoonlijk op een eerste date. Niet dat hij wat verwachtte. Maar toch had hij buikpijn. Zijn hoofd had geen verwachten, maar zijn maag wel. Hij grijnsde bij die gedachte.

Ze zocht de ribbetjes. Ze had zin in vlees. En hij betaalde, dat was één van de afspraken geweest. Ze vond de ribbetjes. Niet het duurste van de kaart. Gohja, ze had er zin in. En wijn. Daar had ze ook zin. Dat zou er wel bij smaken. Rode wijn. Ze keek op.

"Heb jij de wijnkaart?" vroeg ze.
Hij keek even rond. Zoutvat, pepervat, servieten. Geen wijnkaart.
Hij draaide z'n kaart om. 
- "Ha, hier. Op de achterkant."
Ze glimlachte en dook de kaart weer in.

Hij keek naar haar. Ze had haar haar kort gelaten. Hij vond het mooier lang. Ze had ook haar nagels gelakt. Hij vond ze mooier naturel. En haar make-up was eigenlijk ook een beetje mislukt. Hij vroeg zich af of ze ouder geworden was...

"Ik ga de ribbetjes nemen." zei ze.
- "Ok. Ik, euh..." 
Hij probeerde zich te concentreren op de kaart.
- "Ik neem de risotto."
Hij wist niet wat risotto was.
Het stond prominent waar zijn ogen gevallen waren.

"Drink je wijn?"
Hij knikte.
- "Waarom niet. Nemen we een fles?"
Ze keek bedenkelijk.
"Nee, laten we een halve fles nemen."
Hij knikte.

De ober nam hun bestelling op.

"Zo." zei ze. 
"Hoe gaat het met je?"
- "Goh." zei hij.
- "Dat gaat. Druk hé."
"Werk?"
- "Ja. Massas werk."
"Maar 't is wel plezant werk?"
- "Goh. Ja. Valt wel mee."
"Uhu."

Ze speelde met haar vork.

- "Euh, en met jou?"
"Goed!" zei ze.
Ze grijnsde.
Hij begreep de grijns niet.
- "Nog steeds hetzelfde werk?"
"Yep. Het gaat goed."
- "Vind je 't leuk?"
"Ja, ontzettend! Leuke collega's."
- "Da's belangrijk."

De ober kwam het karafje wijn brengen.
Zij schonk in.

- "En wat houdt het nu eigenlijk in, je job?"
Ze legde uit wat haar job in hield.
Hij zat aan een volgende vraag te denken.
De conversatie mocht niet stilvallen.
En het moest licht blijven.
Klootzak, dacht hij, hou het nu licht.

Was ze echt zoveel veranderd? Haar stem nam hem wel terug naar vroeger. Ook het gevoel dat hij deed alsof hij luisterde, kwam meteen mee. Hij knikte, zonder echt te weten waarom hij knikte. Hij probeerde in ieder geval het oogcontact te bewaren. Die kijkers, dat had hem toch steeds zo ongelofelijk aangetrokken... Die diepe, blauwe kijkers waarin hij leek te verdwalen...

De ober bracht het eten.
Het hare zag er lekker uit.

"Ik wist niet dat je dat lekker vond, risotto."
Hij wist opslag dat hij dat niet lekker zou vinden.
- "Soms eens, als afwisseling" grijnsde hij.
"Hm, had ik niet van je verwacht."

Hij keek naar haar handen.
Hij vroeg zich af of ze haar vork en mes nog steeds tussen elke hap wisselde.
Snijden met rechts, prikken met rechts. Alles met rechts.

"De ribbetjes zien er in ieder geval ongelofelijk lekker uit."
Hij knikte.
Ze sneed de ribbetjes met rechts.

- "Hoe gaat het met de katjes?" vroeg hij.
Hij porde wat in z'n risotto.
Hij stak een hap in z'n mond.
Hij vond dat risotto weinig smaak had.

"Goed. Ze doen het goed. Ze hebben zich goed aangepast."
De verdomde katten. Hij zou nooit toegeven dat hij die klotebeesten eigenlijk ook best miste.
- "Is die dikke nog steeds zo dik?"
"Yep, nog steeds. Slapen en eten."
- "Eat, sleep, rave, repeat" zei hij.
"Wat?"
- "Niets. Een liedje."
"Hm. Ken ik niet."

Ze wisselde.
Ze nam de vork in haar rechter hand om een stuk aardappel op te prikken.
Hij grijnsde.

"Waarom grijns je?"
- "Niets. Je vork."
"Hoezo?"
- "Dat je nog steeds wisselt."
Ze glimlachte flauwtjes.
"Yep."

Ze aten.
Zij praatte.
Hij dronk.
Zij bestelde nog een karafje.

Hij had z'n halve risotto laten staan.
De ober had alles meegenomen.
Er bleven nog enkel twee glazen wijn.
En zij werd stil.
Hij bleef stil.

"Weet je" zei ze.
Ze stopte.
- "Hm?"
"Laat maar."
Hij wou niet doorvragen.

Ze keek naar haar horloge.
"Ik moet gaan." zei ze.
- "Ok" zei hij.
Hij betaalde.
Ze stelden zicht recht en gingen naar buiten.

Ze kuste hem op de wang.
"Ik vond het leuk je nog eens te zien."
- "Ik vond het ook leuk."

Ze stapten even dezelfde richting uit.
- "Wat doe je morgen?" vroeg hij.
"Oh. Ik heb plannen."
- "Ok, geen probleem." zei hij.
Ze keek hem aan.
"Ik bel je wel."
- "Ok."

"Slaap zacht straks."
- "Droom zacht."

Hij stopte aan de nachtwinkel en kocht een fles whisky van het merk dat ook zij graag dronk.


zaterdag 26 april 2014

SMS

"Waar the fuck ben je?
We zitten op je te wachten."
Niet voor mij bedoeld.

Verder alles goed.
Met jou?

Je fluistert wat over treurnis.
Ik fluister wat over liefde.

Je vraagt of het over gaat.
Ik schud mijn hoofd.
Jij huilt.

Op het nachttafeltje,
nog steeds,
de geladen revolver.

Je sms't het juiste nummer.
Je trekt de deur achter je dicht.
En ik? Ga slapen.

woensdag 23 april 2014

Het Lot van de Klagende Zelfstandige

Het gaat niet goed in België. Het gaat zelfs ronduit slecht. Het is, misschien, zelfs nog nooit zo slecht gegaan als nu. En dat komt door de regering, meneer. Want zij maken het land kapot. En de vakbonden. En de belastingcontroleur. En de bestuurders van de Lijn. Want zij jagen ons, de brave ondernemers, weg uit dit apenland.

Het lijkt eigen te zijn aan een zelfstandige. Of hij nu groot of klein is, of hij nu geld met hopen verdient of elke maand de eindjes aan elkaar moet knopen. Ze hebben (bijna) allemaal één ding gemeen: zij betalen teveel belastingen en het systeem helpt hen niet vooruit.

Folke verhuist zijn bedrijf, dat handelt in sociale media, naar Amerika omdat hij - door gelijkschakeling van arbeiders en bedienden - een werknemer vier maand ontslagsvergoeding moest uitbetalen. Dat vermelde bedrijf überhaupt geen arbeiders in dienst heeft, wordt volledig buiten beschouwing gelaten.

En wie zelfstandig is, heeft een mening. En wie succesvol is, heeft een forum. En wie niet succesvol is, of wie een groter forum heeft, of wie wel solidair wilt zijn met mede-zelfstandigen (maar niet met de rest van de bevolking), sluit zich aan bij een zelfstandigensyndicaat. En daar versterken zij hun mening.

Bart baat een succesvol webbureau uit. Bart vindt, zoals elke ondernemer behoeft, dat hij te veel belastingen betaalt. Hij somt ze allemaal op, met de loonkost van zijn bedienden er netjes bij gezet. En daarna rekent hij uit hoeveel hij over houdt als hij een product van 1000 euro verkoopt. 21% gaat meteen naar de btw, die hij netjes bij "kosten aan de staat" noteert. Over het feit dat hij in de laatste tien jaar geen enkele particuliere klant heeft gehad, en de btw dus in die jaren geen enkele invloed heeft gehad op de prijszetting, rept hij met geen woord.

Maar wie een bedrijf leidt is vaak niet de persoon die interesse heeft in hoe de dingen nu eigenlijk werken. Iemand niet kunnen ontslaan krijgt al snel een vereenvoudigde uitleg in de media, of btw wordt als een kost beschouwd. Waarschijnlijk omdat de grote leider zelf het fijne van de zaak niet weet (en die ook vaak simpelweg niet wilt weten - daar betaal je mensen voor, toch?)

Annita belt naar Unizo om te vragen hoe ze Mariette op staande voet op straat kan zetten. Mariette werkt al twee jaar in het kapsalon. Unizo probeert haar zoveel mogelijk te helpen, maar zelfs samen vinden ze geen enkele belastende reden waarom Mariette haar ontslagsvergoeding zou kunnen ontlopen. Annita dreigt daarop haar lidmaatschap met Unizo stop te zetten.

Maar kennis is nooit een vereiste geweest om een mening te verkondigen. Gelukkig, niet? Wat zou onze democratie anders uitgehold worden. Toch vind ik jammer dat er steeds zoveel aandacht is voor mensen die eigenlijk niet helemaal weten hoe de vork in de steel zit.

Ik vind het jammer dat je een zelfstandige nooit hoort toegeven dat hij minder dan 20% belastingen heeft betaald. Of dat de maximale belasting die je op winst betaalt nooit hoger ligt dan 50%, terwijl dat voor werknemers vaak wel kan. Of dat hij zich die Porsche zonder zijn vennootschap eigenlijk nooit had kunnen veroorloven.

En soms, als ik zulke artikels lees, schaam ik me voor mijn eigen statuut.

zondag 13 april 2014

Klootzak

Ze riep "klootzak!" terwijl ze de deur van de wagen dicht sloeg. Ze stak haar middelvinger op en stak de straat over. Ik kon niet zien of ze nog huilde, maar ze was in ieder geval kwaad. Ze had recht om kwaad te zijn. Ze had het recht om mij een klootzak te noemen. Ik had immers flink mijn best gedaan een klootzak te zijn. Dus reed ik weg nog voor zij haar voordeur dicht trok.

Ik reed door de stad die ik dankzij haar had leren kennen. Ik reed langs de café's waar zij ook nu nog vaak zou komen, zonder mij. Ik dacht aan die eerste nacht met die drie duvels. Met de trein naar huis, na die eerste kus, omdat ik een week eerder mijn auto in friet had gereden. En een laatste sms om haar een mooie droom te wensen.

Ik weet het niet meer, meneer. Was ik dan niet steeds eerlijk geweest? Was het niet duidelijk van in het begin? Heb ik überhaupt gelogen of verzwegen?

Ik fluisterde dat ik niet durfde. Ik fluisterde dat het een groot gebeuren was voor haar. Ik fluisterde dat ik niet zeker genoeg was om zo'n stap (voor haar) te nemen. We lagen in bed en zij ging met haar vingers door m'n weinige borsthaar. Ze fluisterde dat het goed was, dat ze het wilde, dat het allemaal niet zoveel gaf...

Het ging allemaal zo snel, meneer. De weken vlogen voorbij. Ik zag haar niet zo vaak, enkel in het weekend. En de weken leken zo kort. En plots had ik al veel te lang gewacht...

Ze kwam aan met de trein. Ze had Tibetaanse vlaggetjes gekocht. (Die konden mij gestolen worden, maar voor haar hing ik ze op.) Ze kuste me. Ik kuste terug, maar wist niet goed hoe te beginnen. Ze was droevig. Ik wou haar niet nog droeviger maken. Ik wachtte nog een week.

Begrijpt u, meneer? Ik wou het niet. Ik wou haar niet kwetsen. Ik wou haar niet verder duwen dan ze al zat. Ik wóu haar niet afwijzen, maar ik wou ook niet van haar houden. Ik wou op een dag gewoon verdwijnen.

Ze huilde, maar wou me niet vertellen waarom. Ze had het moeilijk, maar wilde mij daar niet mee belasten. Ze wou enkel eventjes huilen. Daarna kwam ze terug.

Laat me het uitleggen, meneer! Ik voel níets. Niet voor haar, niet voor een ander. Ik ben gevoelloos. Ik heb het druk om te voelen. Ik ben te oud om te voelen. Ik ben te leeg om te voelen. Ik ben te verheven om te voelen. Ik wil niet meer voelen.

Ze probeerde me te kussen, maar ik kuste niet meer terug. Ik wist wat ik haar later die avond zou vertellen. Ik had het me voorgenomen. Of zou ik nog een weekje wachten? Ze zag er alweer zo droevig uit...

Je hebt gelijk, meneer. Ik ben een klootzak.
Of misschien eerder een lafaard.
Ik had veel eerder eerlijk moeten zijn.
Denk niet te lang aan me, want dat verdien jij niet.

maandag 17 maart 2014

Breathe

Breathe.
Just breathe.
Keep your eyes closed.
It's okay.
It's always okay.
Just repeat it in your mind.
It's okay.
It's always been okay.
It will always be okay.
As long as you breathe.
As long as you repeat.
As long as you look forward.

No.
Keep your eyes closed.
It won't be long.
I promise.
I'll be here.
With you.

Here, take this.
Feel it.
It's okay.
I won't use it.
Keep your eyes closed.
Think about it.
You don't have to decide now.

I'll be here.
If you go.
Or if you stay.
I'll be here.

Don't worry.
You'll be light again soon.

zondag 23 februari 2014

Anders dan het gros van de wereld

"Ik voel me toch anders dan het gros van de wereld" zei ze. Ik keek haar aan. Ik keek naar haar rode haren, haar blauw/groene ogen, haar licht-doorzakkende borsten en haar licht-overgewichtige buik. Ze zat tegenover mij in de zetel. Naakt in de living, omdat ik in haar slaapkamer niet mocht roken. 

Ze glimlachte, maar niet overtuigend.
"Ik denk dat jij ook zo bent."
Ze keek afwachtend.
- "Ik?" vroeg ik.
"Jij" zei zij.

Ik zuchtte, terwijl ik de rook van de vorige trek voor me uit blies.
- "Ik denk niet dat ik anders ben dan de anderen."
"Nee?"
- "Ik denk ook niet dat jij anders bent dan de anderen."
"Hm".
Stilte.

"Maar de anderen zijn zo... oppervlakkig."
Haar ogen zochten naar herkenning.
- "Hoe bedoel je?" vroeg ik.
Ik wist het antwoord al.
"Ze lijken zoveel... minder gevoelig."

Ze liep naar de kast en nam een glas.
Op het aanrecht stond nog een halve fles wijn.
Ze goot zichzelf een glas uit en kwam terug in de zetel zitten.

- "Eigenlijk denk ik dat we allemaal even intens leven."
Ze keek me vragend aan.
"Hoe bedoel je dat?"
Ik zocht naar mijn woorden en staarde onbewust naar het wijnglas.
"Oei, wou je ook wat? Ik vergat het te vragen."
Ik schudde mijn hoofd en trok aan m'n sigaret.

- "Ik bedoel dat iedereen z'n eigen miserie invult."
Nu keek ze nog bedenkelijker.
- "Probeer het je voor te stellen als een gas. Je hebt een vat dat 'miserie' noemt. Het is je vat van ongelukkigheid. En het is, pakweg, zestig liter."
"Zestig liter van ongelukkig zijn?"
- "Ja. En als het vol is, ben je volkomen ongelukkig."
Ze knikte.

- "Maar het is een gas, dus het zet zich uit naar gelang het volume..."
Ze keek weer bedenkelijk.
- "... ik bedoel, met een kleine hoeveelheid kan je de hele zestig liter vullen."
Ze keek nog bedenkelijker.
- "Gas probeert de ruimte te vullen voor het samengedrukt wordt?"
Ze knikte bedenkelijk. 
"Euh, ja... Maar wat heeft dat te maken met gevoeligheid?"

Ik trok van m'n sigaret.
- "Iedereen vult het vat met wat die wil. Soms zijn het grote dingen, zoals je ouders die sterven, een grote liefde die je verlaat, ... Maar soms zijn het ook kleine dingen, zoals die collega die geen goeie morgen zei."
Ze knikte.
- "Als je vat leeg is, en er komt een klein beetje bij, kan het wel als ontzettend véél aanvoelen."
"Waarom?"
- "Omdat het gas zich uitzet. Het gas neem het gehele vat in. Je wordt intens ongelukkig, om iets stoms. Mensen die verder geen ongeluk in hun leven kennen, kunnen ontzettend triest worden omdat het werk niet lukt."

"... maar er is toch een andere intensiteit?" opperde ze. "Het kan toch niet dat zoiets evenveel pijn kan doen als bijvoorbeeld een kind verliezen?"
- "Ik weet dat niet. Ik denk dat er meer druk komt."
"Hoe bedoel je, meer druk?"
- "Ik bedoel, dat een kind verliezen evenveel volume inneemt, maar dat de druk op de ketel hoger gezet wordt."
"En wat is daar dan het resultaat van?"
- "Dat het langer duurt voor de druk weer minder wordt. Dat het langer duurt voordat dat ongeluksgevoel wegebt."
"... Dus ze hebben het zwaarder."
- "Ja, omdat het langer duurt."
"Maar ook omdat het zwaarder is!"
- "Dat weet ik niet."

Ze zuchtte. Ze nam m'n hand vast en nam een trek van m'n sigaret.
"Ik ga niet akkoord" zei ze, "maar laten we gaan slapen."
Ik glimlachte.
- "Ik ben blij dat je niet akkoord kan gaan en toch wilt gaan slapen."
Ze grijnsde. "Hoort dat niet zo?"

We gingen slapen.

En ik?
Ik bedacht dat ik dat nog moest leren.

woensdag 5 februari 2014

Meestal

't Doet zeer, Maaike.
't Doet nog altijd zeer.
Niet constant, natuurlijk.
Maar soms, als ik even niet oplet.
Of als ik even teveel tijd heb.
Als ik 't eventjes niet druk heb.
Dan doet het zeer.

Meestal hou ik me bezig.

Het vervolg

Ze zaten naar het scherm te staren. Hij zag dat ze ontroerd was door wat ze las. Onverzadigbaar bleef ze naar beneden scrollen, op zoek naar het vervolg. Maar ze kon het niet vinden, hij wist dat ze het niet zou vinden, simpelweg omdat het nog niet bestond.

Vond je 't mooi? Klik op "Vind ik leuk" en ik vertel je binnenkort een nieuw verhaal.

Hierzo ↑