maandag 30 december 2013

Lynn

Liefste Lynn,

Het is bijna zo ver! Nog een klein etmaal en we hebben 2013 overleefd. Met wat blutsen en een nieuwe auto, althans. Ofja, ik zeg nieuw... het is eigenlijk net een heel oude auto. Maar dat geeft niet, denk ik. Die oude auto's hebben ook wel iets, toch?

Maar we leven nog. En die blutsen, die vallen wel mee. 't Is nog geen tijd voor een nieuwe carrosserie. En we zijn dan wel nog niet in Australië geraakt, maar dat klote-land zal wel niet meteen weglopen, zeker?

Wat zijn jou plannen volgend jaar? Of heb je er óók geen? Ik weet het niet goed. Misschien nog wat verder doen in Maria vergeten? Oh... en m'n huis verbouwen. Dat is dringend. En minder drinken, misschien? En nog eens op bezoek komen bij jou, natuurlijk! Dat is ook alweer maanden geleden.

We hebben elkaar toch ook wel een beetje op een vreemde manier leren kennen, hé. Toen ik je pa in z'n onderbroek tegen kwam in de badkamer... En je moeder maar gillen, zeg.

Dat het tijd wordt dat het terug lente is; dat zeg ik je. Dat we terug samen in het gras kunnen liggen en daarna samen op mijn oude Suzuki door het landschap kunnen scheuren. Naar de zee, of naar de bergen; jij mag kiezen. Ver van Maria, en van Maaike, en van al die andere vergettertjes. Naar de zon, of naar de sneeuw?

Laat je nog eens wat horen van je?

Liefs,
Daan.

dinsdag 24 december 2013

Ontevredenheid

Daar lig je dan, ontevreden aan je lul te rukken. Het meisje in het filmpje neemt een negerlul in haar gat en jij ligt aan je pietje te snokken. Alsof je godverdomme niets anders te doen hebt. Je kwakt je verdorven liefdessap in een zakdoek die je naast het bed smijt en laat je hoofd op het kussen vallen. En je kijkt naar je eigen lelijke smoel in de spiegel die je voor het occasionele meisje naast het bed gezet hebt. En je zucht omdat je niet meteen in slaap kon vallen.

"Hey."
- "Hey."
"Cava?"
- "Cava."
Stilte.
- "En jij?"
"Cava."

Je neemt het hoofdkussen naast je en duwt je dronken neus erin, op zoek naar een glimp van de geur van het meisje wiens kop er gisteren avond op lag.  Je ruikt alleen je eigen zuur-dronken adem en de zoete geur van de sperma op de grond.

"En?"
- "Huh?"
"Hoe was het jaar?"
- "Goh. Kalm."
"Veel gewerkt?"
- "Goh, ja."
"Ik ook."

Geen klote gedaan. Geen klote bereikt. Een heel jaar ben je niet veranderd. Een heel jaar heb je in je bed gelegen, heb je meisjes naar huis gebracht, heb je gedronken en gedroomd en gerukt en gesmoord. Een jaar lang heb je zitten peinzen. Zitten peinzen en piekeren. Peinzen en piekeren over een waarom dat je nooit hebt gesnapt. En je hebt willen roepen. Je hebt willen sterven. Je hebt je kop tegen de muur gegooid en geschreeuwd dat je wou dat het over was.

"Moet je nog wat drinken?"
- "Een cola."
"Ok."

Dan ben je gestopt met schreeuwen. Je bent gestopt met smoren en drinken. Je begon wat minder te piekeren en je vond het allemaal een beetje minder erg. Je voelde jezelf ook minder schuldig. Omdat het er allemaal toch niet zoveel toe deed. Omdat het allemaal zo erg niet was. Omdat je het allemaal al wat bent vergeten.

- "Dank je."
"Santé."
Stilte.

En de mensen kregen gelijk. Het bleek allemaal maar een peulenschil te zijn. Het was maar een meisje. Het maakt niet uit, er waren nog meisjes. Ze zouden wel komen, die meisjes. En trouwens, ze was niet sympathiek en 't moest altijd haar goesting zijn.

- "En jij?"
"Hm?"
- "Ben je gelukkig?"
"Goh..."
- "Ben je nog bang?"
"Soms."
- "Ik ook."

En toch; niet tevreden. Het had allemaal anders moeten zijn. Je kan je nog steeds voorstellen hoe het was om samen met haar te zijn. Je kan je nog voorstellen hoe het allemaal best nog goed had kunnen komen. En 't meisje dat hier gisteren lag, dat was maar een ... tja. Wat was het? Een tijdelijke oplossing misschien?

"Heb je trouwens een nieuw meisje?"
- "Euh, gohja..."
"Ik zag ze op facebook."
- "Oh?"
"Ze zag er leuk uit."
- "Ja."

En je duwt je gezicht dieper in dat kussen, want je wilt haar ruiken. Je wilt haar terug voelen. Je wilt dat ze terug bij je ligt. Je wilt haar strelen en kussen en vingeren en neuken in haar heerlijk-ronde kont. En je wilt haar liefhebben, want dat verdient ze. Je wilt haar beschermen, want dat verdient ze. En je wilt niet liegen. Een leugenaar, dat verdient ze niet. Ze is al zo kwetsbaar... en daarom duw je ze weg.

"Wel... euh."
- "Ja."
Je kijkt naar je horloge.
"Het was leuk je nog eens te zien."
Je kijkt haar aan.
- "Was dat?"
Ze glimlacht.
"Zullen we over een jaar nog eens proberen?"
Je knikt.

Een jaar later is de geur van 't meisje van de tijdelijke oplossing al lang niet meer aanwezig in je kussen. Ze zou de trein nemen om half zes, maar jij staat om kwart na vijf al op het perron. Je weet niet wat je daar staat te doen; je weet enkel dat je haar nog eens wilt ruiken. Dat je haar terug wilt vastnemen. Dat je haar wilt vertellen hoe ze helemaal geen tijdelijke oplossing was. Hoe je jou vergist hebt, en hoe je bent veranderd.

"Hey."
- "Hey."
"Cava?"
- "Cava."
Stilte.
- "En jij?"
"Cava."

Je kijkt in de spiegel naast je bed naar je eigen lelijke kop, tot je het knopje van het nachtlampje vind.

dinsdag 22 oktober 2013

Pijnlijk intelligente vragen #2

(Anderhalf jaar later.)

Meisje: "Heb je eigenlijk die foto van Maria al uit je portefeuille gehaald?"
Ik: "Nee."

Toilet paper drama

"Hi."
- "Hi."
"Can I come in?"
- "No, sorry."
"Ok."
Silence.

"I came by to say something."
- "So? Say it."
"I don't really know how to say it."
- Sigh.

"I want to tell you I'm sorry."
- "Ok. Is that all?"
Pause.
"No. I want to tell you I'm sorry."
- "I know. You already said that."
"Yes. But it didn't cut it."
- "It didn't cut what?"
"What I wanted to say."
- Sigh.

- "Then what do you want to say?"
"I don't know..."
- "That you're sorry?"
"Yes...
But I want to show you something."
- "Show me what?"
"How sorry I am."

- "You're sorry because I've left you."
"No. I'm not. Or yes, as well. But not really."
- "No. You're sorry because you feel bad."
"No."
- "You're a sellfish bastard."
"Yes, that I am. But I'm not sorry you left me."
- "Asshole."

"Look..."
Pause.
- "What?"
"I'm not sorry often."
- "I know."
"But I am now."
- "So you say."
"I don't know how to show you."
- Sigh

- "You don't have to show me."
"I know. But I want to."
- "I don't want to see it."
"Why not?"
- "Because I just don't."
Sigh.

"Do you want a cigarette?"
- "No."
"You sure? A rolled one?"
- "Well, no, give me one."
"There you go."
They smoke in silence.

- "So, tell me."
"Huh?"
- "What you're sorry about."
"For being an asshole."
- "Yes. I know that."
"Sorry."
- "And that's alll you wanted to say?"
Sigh.
- "No."

"I'm sorry for letting you down.
For promising you a world
I could never bring to you.
For forgetting about you,
after we've just met.
I'm sorry for doubting,
for never really believing.
Or, no. I'm not sorry for that.
I'm sorry for telling you I did,
believe in it, that is."

- "I don't want to hear that."
"But I want you to hear it."
- "Why?"
"So you know."

- "Please, stop the drama."
"I don't want it to be a drama."
- "Then what are you here to do?"
"Say sorry."
- "Well. You did."
"Yes."
Silence.

- "You've fucked up. That's all."
"Yes."
- "And I'm not ready to see you."
"I know."
- "Then why are you here?"
"Because somehow I believe you'll feel better."
- "What?"
"When you see I'm sorry."
Silence.

- "I don't feel better."
"Maybe you will, later."

- "I don't think you're sorry."
"I know you don't."
- "Well, are you?"
"I think so."
- "Are you misserable?"
"Well, sometimes."
- "Then you're sorry for yourself."
"Sometimes I am. But sometimes I'm not."
Silence.

- "I think you better go."
"Okay."
- "Bye..."
"Bye."

Sigh.
- "Why can't he ever say the right things?"

maandag 14 oktober 2013

Morgen

Stelt u recht, makker.
De vloer is vuil.
D'n hond heeft daar gisteren gepist
en ge hebt het niet opgekuist.

Ge maakt uzelf belachelijk.
Ge maakt uzelf al lang belachelijk.
Kom, stelt u recht.
En kamt verdomme uw haar.

K'm koffie gezet.
Ze staat op tafel.
K'm je baas gebeld.
Ge moogt nog komen.

Verdomme gast,
stelt u recht.

Geef het op, makker.
Ge hebt het verkloot.
Maar wat hebt ge verloren?
Subiet gaat ge nog veel meer verliezen.

Pakt uzelf op.
Poetst uw tanden.
En pakt een bad,
ge stinkt.

'k Ga koeken gaan halen.
'k Ben subiet terug.
En dan zijn we weg.

zondag 13 oktober 2013

Vergeet me niet

Beste vriend,

Ik heb gehoord dat het goed met je gaat. Ik ben ontzettend blij voor je. We hebben het eigenlijk altijd geweten, niet? Dat het goed met je zou gaan. Het was allemaal een kwestie van tijd. Of ja, van tijd, whisky en sigaretten. Trouwens, proficiat dat je gestopt bent met roken. Dat was knap van je.

'k Schrijf je vandaag eigenlijk omdat ik me af vraag of je ooit nog eens aan me denkt. Weet je nog, die nachten dat je half bezopen lag te lullen dat je me nooit zou vegeten? Het is al lang geleden, natuurlijk, maar ik hoop dat je er af en toe nog eens aan terug kan denken.

Wees ook eerlijk met jezelf, beste vriend: ik heb jou gemaakt tot wat je nu bent. Het was niet altijd leuk en al zeker niet plezierig, maar ik heb ons er steeds door getrokken. Zoals die nacht dat ze niet thuis kwam. Weet je dat nog, hoe jij je toen voelde? Of die eerste nacht in die halflege studio, met enkel je eigen rommel om je heen?

Ik wil je niet met zware herinneringen pijnigen. Ik heb gehoord dat je iemand anders gevonden hebt. Best grappig eigenlijk, hoe snel alles dan eigenlijk nog gegaan is. En jij, die je toen niet kon voorstellen nog ooit van een ander te kunnen houden.

Maar ik hoop dat je ondertussen mij niet volledig vergeten bent. Dat je niet elke dag aan me denkt, is volledig begrijpbaar. Maar ik weet dat je zelfs nu soms wakker in je bed ligt en je afvraagt waarom je nu eigenlijk naast dat meisje ligt. Ik weet dat je je, zelfs nu, met die pracht van een vrouw naast je, soms afvraagt of dit het nu is. Beste vriend, denk op dat moment aan mij.

Ik wou dat je me kon schrijven, of bellen, of sms'en, of faxen, of mailen, of telexen, of dat je me zelfs kon bezoeken; maar ik begrijp dat dat moeilijk voor je is. Ik wacht zorgvuldig tot jullie er klaar voor zijn, want ik wil graag al je straffe verhalen horen. Ik hoop dat je toch nog wat avonturen hebt beleefd.

Ik hoop dat dit schrijven jou tijdig bereikt. Ik hoop dat je aan me denkt op momenten dat jij zegt: dit is het toch niet helemaal. Ik hoop dat je nog weet wie ik was, voordat je lui, onverschillig en nors wordt. Ik hoop dat je niet vergeet dat we ons voorgenomen hadden dat het vanaf toen allemaal anders zou zijn.

Beste vriend, vergeet niet waar we vandaan komen. Ik ben blij dat we nu gelukkig zijn; vergeet alsjeblieft niet hoeveel geluk je hebt gehad. Neem Haar niet vanzelfsprekend, vriend, of je hebt weer met mij te doen.

Ik wens je veel geluk.

Met vriendelijke groeten,
Jij, 14 oktober 2013.

maandag 16 september 2013

Daans gids tot alcoholisme

U kent het gevoel. U loopt met uw vriendin arm in arm van de bar naar de auto. U heeft natuurlijk enkel watertjes gedronken, uw vriendin twee glaasjes witte wijn. En plots ziet u hem liggen, die man van rond de vijftig die op een bankje zijn roes ligt uit te slapen. U kijkt naar de man, u kijkt naar uw vriendin, u kijkt weer naar die man en zegt: "Wat een loser". Luidop, natuurlijk. Zodat uw vriendin het goed kan horen. Maar diep vanbinnen, in dat mannenhart van je, voel je wat knagen.

U hoeft echter niet langer te wachten, want ook voor jou is het mogelijk deze roes te aanvaarden. Daan heeft voor u een vijf-stappen-plan opgesteld. Op slechts enkele weken kan u ook genieten van het ware leven, het leven van een alcoholist.

Wordt u ook elke ochtend wakker zonder kater? Heeft u geen last van een rokershoest? Is het al jaren geleden dat u bij het ontwaken naar de toiletpot strompelde, of juiste moest hollen? Bent u vergeten waarvoor een Dafalgan of een Nurofen werkelijk dient?

Tot twee maanden geleden werd ik elke dag wakker naast mijn vrouw. Elke zondag werd ik naar de bakker gestuurd om boterkoeken. Het huis was afbetaald en ik had een porsche in de garage staan. En toch miste ik wat in mijn leven. Dankzij Daans gids tot alcoholisme slaap ik nu op straat. Ik ben eindelijk van mijn job en vrouw af en kan me nu 100% concentreren op wat mij écht gelukkig maakt.
- Frank Verhaven, ex ICT specialist

In onze uitgebreide gids Daans gids tot alcoholisme verkennen we stapsgewijs de wereld van een alcoholist. Of u nu een doorwinterde caféganger of een zielige nerd bent, dankzij onze gids kunnen we u in slechts enkele weken van een cafémaagd tot een dakloze stinkerd brengen.

Om uw transitie van burgermens tot straatschroot optimaal te laten verlopen, is het belangrijk in eerste instantie de thuissituatie in kaart te brengen. Hiervoor volstaat het onze ***GRATIS DIGITALE GEPERSONALISEERDE ANALYSE (*) *** in te vullen die een uiterst gedetailleerd profiel van u zal opmaken. Deze analyse zal u, samen met ons gedetailleerd e-book, helpen een optimale route uit te stippelen om u zo snel mogelijk aan de drank te helpen.

Ik had alles. Ik had een vrouw, een kind en we begonnen te denken aan de aankoop van een huis. Bij het terugkeren van een kaas- en wijn avond liepen ik en Christien langs het citadel park naar huis. Naast onze auto lag een man in de goot te slapen. Ik en Christien keken naar de man en daarna naar elkaar, en beseften dat dit niet was wat we wilden. We zijn samen op het internet op zoek gegaan naar manieren om onze relatie te redden en stootten daarbij op Daans gids to alcoholisme. Nu kan u ons elke avond vinden in Café De Goede Hoop aan de Reep, meestal aan de bar. Ons Valerié woont nu in een pleeggezin, zodat wij ons nóg meer kunnen toewijden aan onze nieuwe levensstijl.
- Thijs Dekeuninck, Politieagent zone Gent

Voelt u zich eenzaam, ook al hebt u familie? Dat is normaal. Vele koppels hebben last van sleet op de relatie. Daarom bevat het gedetailleerde e-book Daans gids tot alcoholisme een heel hoofdstuk toegewijd aan alcoholisme in relaties. Alcoholisme moet immers zeker niet steeds het einde van uw relatie te betekenen, in vele gevallen kan u er samen een uiterst spannend avontuur van maken.

Bestel daarom vandaag nog het e-book Daans gids to alcoholisme en begin uw nieuw leven vandaag! Voor slechts €9,99 ligt uw toekomst in uw eigen handen.

(* Analyse is gratis bij bestelling van Daans gids tot alcoholisme e-book. Per bestelling kan slechts één digitale analyse opgemaakt worden. Verstrekte gegevens kunnen verkocht worden aan derden.)

vrijdag 13 september 2013

Bij nacht en ontij.

Sofie werd wakker toen ik de deur achter me dicht trok. Koptelefoon op, sigaret aan, doodmoe. Stappen naar het metrostation. Niemand in de ogen kijken. "Bij nacht en ontij hoor ik haar miauwen." Gorki.

Op de metro zit iedereen nors naar elkaar te kijken. Een man leest z'n krant. Sommige mensen praten in het frans. Ik hoor hen niet. Ik ga er van uit dat ze frans praten. In Parijs praten de meeste mensen frans.

Ik stap uit de metro. Ik kijk naar mijn gsm. Sofie heeft een berichtje gestuurd. "Tot vanavond, x." Ik stap op een andere metro. Mensen kijken nors naar elkaar. Mensen praten frans. "Buiten op straat leeft zij in vrijheid."

Ik denk aan Sofie. Ik lees haar bericht nog eens. Ik antwoord niet. Ik kijk uit het raam. In de tunnel is het donker. Ik vraag me af of Sofie ook naar buiten snakt.

Ik stap uit een metro.
Ik stap op een roltrap.
Ik ren door de regen.

"Ik vroeg haar of ik even mee mocht ronken in haar mand."

En toen dronk ik koffie.

maandag 2 september 2013

Quite easy

"It's quite easy, Daan. Believe me." She took my hand and held it. "It's just a small matter of changing your mind. Not a lot, just a little." She was sitting on her knees in front of me, completely naked. I was sitting in front of her. "Just think of me as just another girl." I nodded. She kept silent for a second. "Are you alright?" she asked. I nodded again, but was unable to speak. "Good. Because I'm going home now."

I watched from the bed while she put on her cloths. She dressed slowely, methodically, as if she was putting on a show just for me.

"Stay for a last cigarette?" I asked.
She shook her head. "I need to get home now."
I nodded. "I understand."

I took my empty glass, poured some whisky in it and took a sip.
"Are you okay to drive?" I asked.
She came back to the bed, took the glass from me, took a sip and smiled.
- "I'm always okay to drive." she said.

She took her glasses from the nightstand and then got up from the bed. I took another sip of whisky. She stood at the end of the bed and looked at me with her big, blue eyes.
- "'You sure you're going to be alright?" she asked.
I nodded again. "I've surviverd worse" I admitted.
"Okay."

She kissed me on the forehead.
I got up from the bed and went downstairs.
It was starting to get a bit cold.
I opened the door for her.

"Drive safe." I said.
She smiled again.
 - "It was fun." she said, finally.
"Yea, it was." I replied.
She kissed me, this time on the mouth.
- "Don't call me." she said.
"I won't.
She thought for a second.
- "It's really simple, Daan. Just change your mind."
I nodded. She left.

I locked the door behind her and went back upstairs.
I dug my head in her pillow.
She didn't stay long enough to leave her smell.

"I can't." I whispered.
- "Yes, you can" she said, somewhere in my mind.

zondag 25 augustus 2013

De Kater

Daar is ze dan weer. Als de roes een herinnering wordt en de katers uitgewerkt zijn. Je drinkt nog een slok whisky om ze tegen te houden, maar ze komt toch. De stilte. De stilte die je enkel krijgt als je enkel met je eigen brein in bed duikt. De stilte die schreeuwt in je kop.

(Waarom?!)

Roepen en schreeuwen en dromen van die stilte. Je afvragen waarom zij het zo gemakkelijk heeft. Je afvragen waarom je niets gedaan hebt toen je iets kon doen. Herhalen en herhalen en herhalen dat het beter is zo, ook al geloof je jezelf al lang niet meer.

(Waarom vraag je waarom?)

Verlangen naar de roes. Verlangen naar ergens anders. Verlangen naar dat meisje dat zegt, het is goed, kruip maar bij mij in bed vannacht. Ik zal je hand vasthouden en je strelen en je mag je schattige penis in mijn vagina laten glijden. Maar morgen moet je weg.

(Wat is de waarde van waarom?)

Je vraagt je af of dat meisje in die bar met je naar bed wou voordat je haar bruut liet staan voor een volgende pint. Je vraagt je af of dat kleine meisje je ooit nog een berichtje zal sturen. Je vraagt je af of je niet beter zou verhuizen naar een ander land. Je vraagt je af waarom ze liegt.

(Waarom niet stoppen met aan me te denken?)

Het is beter zo. 
Het ging niet meer.
:: Het is beter zo.
:: Het ging niet meer.
:: :: Het ging niet meer.
:: :: Het is beter zo.

(De mantra van het geluk, het leven in het nu.)

De stilte luwt niet. De stilte waait verder. En ergens staat een man met een pistool voor zijn spiegel. Hij mikt op de stilte. Hij schiet. Hij bloedt. Hij denkt even dat het allemaal zo erg niet is.

Je overleeft.

zondag 18 augustus 2013

Zomaar een meisje

Het was zomaar een meisje geworden dat voor me zat. Ik keek in haar ogen, keek naar haar gezicht, haar gehavende lippen. Het was niet meer het meisje dat ik enkele jaren daarvoor had leren kennen. Vanavond was het zomaar een meisje. Dat ik graag gezien had. Lang geleden.

"Lukt het nog?" vroeg ik.
Ze zat op de houten tuinstoel met haar handen in haar schoot.
- "Lukt wat nog?" vroeg ze.
"Het leven." antwoordde ik.
Ze zuchtte.
- "Het lukt." zei ze. "En jou?"
Ik glimlachte.
"Het lukt."

Hoe kon ze op die paar jaar zomaar een meisje geworden zijn? Ik had het nooit voor mogelijk gehouden. Maar hier zat ze, voor me, met een rode wijn voor haar. Een meisje van dertien in een dozijn. 

Ze glimlachte.
- "Ik wil een hond." zei ze plots.
"Een hond?"
- "Ja, een hond."
"Waarom?"
Ze bleef even stil.
- "Tegen de eenzaamheid."

Ik had voor haar willen moorden. Ik had voor haar willen sterven. Ik had voor haar bergen willen verzetten, ooit, in een lang vervlogen verleden. Ik had voor haar geschreeuwd, had voor haar gehuild, had alles gedaan wat ik eigenlijk niet had mogen doen. En nu, nu was het gewoon een meisje geworden.

"Ja, eenzaamheid" zuchtte ik.
Ze knikte.
"Het gaat wel over."
- "Ja, het gaat wel over."
"Het wordt best wel okay."
- "Het wordt okay."

Ik boog me voorover en kuste haar. Ze trok zich even terug, twijfelde, boog zich een beetje naar voren en drukte haar lippen op de mijne. Daarna trok ze zich weer terug, keek wat naar de vloer, keek me in de ogen, zei "sorry" en keek weer naar de vloer. Ik glimlachte en zei dat het niet gaf. Dat ze geen sorry hoefde te zeggen. 

"Het is niet erg. 't Is enkel tegen je eenzaamheid."
Ze glimlachte verlegen en boog zich naar me toe.

Ik was niet eenzaam.
Ik had heel eventjes zomaar een meisje.

donderdag 1 augustus 2013

Vergeten

Liefste,



Het is zo ver. Ik ben er klaar voor. Ik ben klaar voor je, liefste. Ik heb er lang over nagedacht. Ik heb geschreven en gelezen, bedacht en bepijnsd. Ik heb ervaring opgedaan, ook. Ervaring voor jou.

Tien jaar geleden zat ik in de cinema met een meisje. Ze gooide popcorn naar mij. Daarna stak ze mijn tong in haar mond. Daarna ging ik weg.

Ik heb niet altijd geluisterd, liefste. Ik heb naar veel mensen niet geluisterd. Sommige van die mensen zeiden wijze dingen, liefste; maar ik heb niet geluisterd. Sommige andere zeiden ontzettend domme dingen, dus luisterde ik soms naar hen.

Vijf jaar geleden kwam m'n meisje m'n kamer binnen met een boeketje wilde bloemen. Ik hing het op aan een balk om het te laten drogen. Ik zei haar dat ik haar graag zag. Een week later kocht ik haar een boeketje wilde rozen.


Ik ben vaak liefdes vergeten, liefste. Vaak dacht ik meer aan andere dingen dan aan jou. Dat is voorbij nu, liefste. Vanaf vandaag ben jij het belangrijkste in mijn bestaan. Voor jou breek ik de muren af, steen per steen, om ze rondom ons terug op te bouwen.


Ik heb geen bloemen meer gekocht, na dat boeketje rozen. Ik was vergeten hoe het moest, rozen kopen. Ik was vergeten hoe ik lief moest zijn. Ik was het al lang vergeten toen m'n meisje besloot dat ze iemand nodig had die dat wel nog wist.

Maar, liefste, mijn liefste, ik weet het weer. Ik weet weer wat liefde eigenlijk is. Het is niet vechten, het is samen komen.

Vorig jaar zat ik op het strand met m'n nieuwe meisje. Ze zag me graag. Ze deed moeite. Ze kocht boeketjes bloemen en streelde m'n haren. Ik niet. Ik was vergeten wat dat was, graag zien. Ik zag graag op een andere manier.

En, liefste, als ik het toch vergeten zou, geef me dan dit briefje. Ik zal naar je luisteren. Ik zal me proberen herinneren wie je was en je terug graag zien.

Dus, liefste, mijn liefste, als je dit leest, weet dan dat ik je graag wil leren kennen. Mijn naam is Daan.

Ik kom je wel eens tegen, liefste.

Groeten,
Daan.

maandag 29 juli 2013

De rust van de totale fuck-up

"Wat is het ergste dat jij ooit in naam der liefde gedaan hebt?"
Maaike zat aan het houten tafeltje een sigaret te rollen.
Haar vingernagels waren vuil, haar krullen waren warrig.

Ik dacht even na.
- "Ik ben even zot geworden." zei ik.
Ze glimlachte.
"Dat weet ik nog." zei ze.
Ze grijnsde.

- "Vond je dat erg?"
Ze keek naar het plafond en haalde herinneringen op.
"Dat, euh, was niet leuk." antwoordde ze.
Ik zuchtte. "Sorry, nog eens, daarvoor."
Ze glimlachte. "'t Is lang geleden."

- "Ik weet niet wat het is, Maaike. Dat gevoel van wanhoop, dat gevoel dat je compleet machteloos staat tegenover iemand anders' beslissing. Het maakt me echt kapot."
Ze knikte. "Ik begrijp je wel, Daan. Maar jij gaat gewoon erg ver."
- "Ik weet het."
"Waarom doe je het dan?"
- "Ik weet het niet."

We bestelden nog een pintje.

- "Het is alsof ik onbewust probeerde de beslissing voor jou zo eenvoudig mogelijk te maken."
Ze keek me vreemd aan. "Hoe bedoel je?"
- "Welja, het is alsof ik doelbewust alle mogelijke toekomstperspectieven in de pan hakte en ervoor wou zorgen dat jij me nooit meer graag kon zien."
Ze dacht even na over die zin.
- "Begrijp je?"
Ze schudde haar hoofd.

- "Toen ik je tientallen sms'en per nacht stuurde wist ik dat dat op je zenuwen werkte. Ik kon mezelf gewoon niet tegen houden. Ik wou dat je ofwel op dat moment je gsm nam en me opbelde om te zeggen dat je me graag zag, of dat je ofwel je gsm pakte en zei dat je me nooit meer wou zien."
Ze lachte een zuur lachje.
"De onduidelijkheid verdrijven, dus?"
- "Ja, de onduidelijkheid verdrijven."
Ik nam een slok van de pint die de barman voor m'n neus gezet had.

"Ik had je toch gezegd dat er geen toekomst meer was?"
Ik knikte. - "Ja, je had dat gezegd."
... "Maar je geloofde me niet?"
- "Je zei 'niet nu.'"
Ze zuchtte.
"En daarna zei ik 'nooit'."
Ik knikte. - "Omdat ik sms'en bleef sturen."
Ze knikte. "Ja, en daarna bleef je sturen."
Ik grijnsde. "Ik was er toen al aan gewend."
Ze nam een grote slok van haar pint.
We zaten in stilte.

"Waarom kon je 't eigenlijk niet gewoon aanvaarden?" vroeg ze.
- "Ik wou het niet aanvaarden." antwoordde ik.
"Maar het was toch veel beter voor je geweest om dat wel te doen?"
Ik knikte. - "Maar ik kon het niet."
"Maar je wist toch dat wat je deed zeker niet zou helpen?"
- "Het hielp mij."
"Hoezo?" vroeg ze.
- "Ik kreeg rust toen ik besefte dat ik het volledig verknald had."
Ze keek verdwaasd.
- "De rust van de totale fuck-up, Maaike."
Ze knikte, nog steeds verdwaasd.
"Je bent vreemd, Daan."

zaterdag 27 juli 2013

Mijn Lief Maria

Liefste,

In wezen is het niemands fout, maar ik voel me wel wat schuldig. Wat je zegt is best wel waar. We passen niet echt bij elkaar. En ergens had ik dat sneller door dan jou, maar ik wou dat niet aanvaarden.

Ik heb jou dingen aangedaan die je niet verdiende. Ik ben niet lief geweest, toen jij dat wel was. Ik heb geen moeite gedaan, terwijl jij dat wel deed. Ik heb niet van jou gehouden, terwijl jij wel van mij hield. Ik keek enkel naar je mooie glimlach en je knappe lijfje, terwijl jij m'n lelijke kop en m'n bierbuik aanvaardde voor wat je binnenin dacht te zien.

(Hij is trouwens weg, Maria, die bierbuik. Jou missen heeft dus duidelijk toch een positief effect.)

Ik mis je. Ik mis je oprecht. Ik schreeuw van de daken dat ik je graag zie. Maar we zijn allebei moeilijke mensen. We zijn beide koppig en doen allebei enkel onze zin. Wat moeten twee gelijke mensen met elkaar?

We pasten echt niet bij elkaar, hé Maria?

Maar wat mis ik dan, Maria? Je glimlach en je knappe lijfje? Ja, die mis ik. Maar ik mis nog meer. Ik mis al die kleine dingen, die dingen die mij eerst zoveel irriteerden.

Het doet me denken, Maria, aan een zin uit Black Books. Weet je nog, als Fran zegt: "Yes, I hated my shop. But hating it took up all of my time." Ik haat je niet, Maria; je vulde wel m'n leven.

(In zekere zin is Maaike tegen mij eerlijker geweest dan ik tegen jou.)

Ik zou er op dit moment nog alles aan doen om je terug te krijgen, Maria. Maar ik moet ook rekening houden met de gedachte dat jij misschien toch gelijk hebt en dat ik je eigenlijk een behoorlijke ambetant kutwijf vind. Ik beloof te proberen dat te denken, Maria. Voor jou hou ik die mogelijkheid open.

Het spijt me dat ik je tijd verdaan heb.
Het spijt me dat ik je niet behandelde zoals jij mij wel behandelde.
Het spijt me dat ik je niet graag zie, want je bent een prachtige dame.
En het spijt me dat je misschien mijn langste rebound ooit geweest bent.

Ik kom er wel door, Liefste.
Met whisky, sigaretten en wat J.J. Cale.

Misschien hou ik later ook nog wel eens van jou.
Als ik ouder, wijzer en minder krankzinnig geworden ben.
En héél misschien hou jij dan ook nog wel van mij.

Ik hou van je.
(- of niet.)

Daan Petersen Skaeg.

donderdag 25 juli 2013

Words

I am very fed up with this self pitty. I'm doing fine. I can do fine. I will do find later. Right now, I'm a mess. But that will change. Soon. In a few months. Four months, if I can believe the statistics. In four months I'll have forgotten about you. Well, not forgotten about you, but I won't feel bad anymore. It doesn't matter. You've stopped feeling bad two months ago.

If only there were words that could change your mind. If there were words that I could tell you that would love me again.

Begging is not the answer. I've read that. I've read that there are no words anymore to change your mind. I cannot say any words anymore that can make you think differently of me. I cannot convince you anymore that I can do better, that I can do the same things this guy is doing to you. I can take you for dinner. I can take you to places where you want to go. I can have walks with you. I can do that, for real. But I'll never be able to convince you.

I don't want anybody else.
I don't ever want anybody else.
Self pitty. Self pitty. All this bloody self pitty.

Change my mind, universe.
Change her mind, universe.

Do something.

woensdag 24 juli 2013

De voortplanting

Ik wil het niet. Ik aanvaard het niet. Ze zijn mis, de mensen die zeggen dat het anders is. Ze zijn dom en oud en idioot, de mensen die zeggen dat het normaal is, dat het simpelwet het leven is.

Liefde mag dat niet zijn. Liefde mag niet het gezever van onze biologische klok zijn die roept dat het ras verder moet. Het mag niet de meest optimale configuratie ter overleven zijn. Ik wil dat niet. Ik wil dat niet meer.

Wat hebben we nog om in te geloven, nu onze ziel een samenknoping van neuronen geworden is en god slechts bestond gedurende een milliartste van een seconde? Nu kapitaal en maatschappij zelfs hun geloofwaardigheid zijn verloren?

Moeder, waarom leven wij?
Moeder, waarom lieven wij?

"Overtuig me" fluisterde ze.
Hij draaide zich om en ging slapen.

Laat me mijn liefde, alsjeblieft. Laat me mijn pijn. Laat me het verlangen om gek te worden als ik je niet zie of hoor of ruik of voel. Laat me nog even geloven dat ik zonder jou niet verder kan.

Steeds verkeerd gepland. Steeds verkeerd gelopen. Liefde tot een toevaligheid herleidt.

Aftellen tot eeuwig.

Neem me mee op café.
En daarna naar je bed.
Ik zal heel hard proberen
je niet meer graag te zien.

dinsdag 23 juli 2013

Blergh

I'm sick of moping. I'm sick of feeling depressed. I'm sick of depending on you. I'm tired of thinking about the past. And yet, here I am again, thinking about how you've already replaced me with someone else.

I'm done feeling angry. I just try not to think about it anymore. I am trying to change my mind about some things; dependency on love to be happy, the thought of everlasting love, the failure of losing a girl. I'm trying to find my life goal, though it just feels like a very long song played on repeat. And I'm tired of the song as well.

Writing in English because it would only sound silly in Dutch. Writing in English because whining in English seems less stupid than whining in Dutch.  Thinking about different ways to kill myself temporary without sounding suicidal.

And at the same time I keep repeating the same sentences over and over again. I can do this without you. I can do this without you. I can do this without you. I can survive everything. Even you.

The brain is a stupid muscle. It is filled by silly fantasies. Fantasies about how great you really are, fantasies about how, in the end, you'll figure out I could be good for you. Fantasies about how life could be.

Repeating over and over and over again. Repeating the song in my head. I should change the song, but I can't find the buttons. Maybe the buttons are destroyed and I'll stay in the same deadend job with the same deadend problems in my own deadend life. But then again, that last one always leads to a deadend.

I wish I could hate you. I really wish I could hate you. I wish I could hate a lot of people. But I only have fantasies.

zaterdag 20 juli 2013

Femme fatale

Ik deed mijn best een strop te maken. Ze stond naast me. Naast haar lag een hoed. Zij stond op de grond, ik op de stoel. Samen stonden we in het midden van het baudelopark, rond valavond, tijdens de gentse feesten. Het andere uiteinde van het koord had ik aan de laagste takken van de boom geknoopt.

"Kom er af, Daan." zei ze streng.
- "Nee." zei ik.
"Kom er af!"
- "Nee!" herhaalde ik.
"Ok, dan. Jij je zin."
- "Yep."

Ik keek naar de mensen die zich rond ons begonnen te vormen. Een klein meisje wierp een euro in de hoed.

"Wat denk je hiermee te bereiken?" vroeg ze.
- "Niets." antwoordde ik. "Ik hoef hier helemaal niets mee te bereiken."
"Denk je dat ik hierdoor terug kom?"
- "Misschien."
"Ik kom niet terug."
- "Jammer."

Ik stak mijn nek door de strop.
"Met dreigementen kom je nergens, Daan!"
- "Het is geen dreigement" antwoordde ik kalm.
"Met ultimatums ook niet!"
- "Het is ook geen ultimatum."
"Wat is het dan?" vroeg ze kwaad.
- "Een performance."

Ze keek me verward aan.
"Een performance?"
- "Ja." zei ik. "Het is allemaal maar show."
"Hoezo?"
- "Het leven, dat is allemaal maar voor de show."

Ik had eens gelezen over een jongen die met een meisje getrouwd was omdat zij voor hem zelfmoord wou plegen. Ik vroeg me af of dat ooit echt gebeurde. Ik denk niet dat het een goede basis voor een relatie is.

- "Dag." zei ik.
"Wat?" vroeg ze.
- "Ik zei dag."
"Daan, kom van die stoel!"

Ik schopte op de stoel. De stoel viel omver. Ik hing daar even te bungelen. Het publiek applaudiseerde.

Zij gilde. Ze gilde en ze riep dat het geen toneel was. Ze gilde dat ik echt aan het sterven was. Het publiek leek niet te reageren.

woensdag 17 juli 2013

Wat ik nooit verzond

Liefste,

Hoe gaat het op je werk?
Met mij gaat het prima.

Liefs,
Daan.

dinsdag 16 juli 2013

Stel

Stel dat ik morgen opsta, dan kan het zijn dat ik je zie. Ik sta dan op, zoals gewoonlijk, strompel naar de lavabo, steek een sigaret op, kijk hoe geel mijn tanden zijn, strompel naar de zetel, neem een dafalgan en staar wat voor me uit. Het is mogelijk, dat ik dan plots een berichtje van je krijg en dat je vraagt om iets te gaan drinken.

Stel dat ik dan in de auto spring en naar je toe rijdt. Ik ben dan verschrikkelijk zenuwachtig, ongelofelijk gehaast en de hele tijd aan het piekeren over wat ik zou zeggen als ik je terug zie. Het is mogelijk dat ik dan heelhuids bij je aan kom, een kwartier op zoek ga naar een parkeerplaats, uit de auto stap, een boeket rozen koop in het winkeltje om de hoek en tien minuten later aan je voordeur sta te bellen.

Stel dat je dan open doet. Jij zou daar dan staan, in dat deurgat, je eigen fantastisch zelf staan te wezen. Ikzelf zou daar dan ook mijn eigen afgeleefde, zielige zelf staan te wezen en jij zou even verschieten over hoeveel ik wel vermagerd ben. Jij zou dan kunnen zeggen, man, wat ben jij vermagerd, maar je zou ook niets kunnen zeggen en me gewoon binnen kunnen laten.

Stel dat je me dan gewoon binnen laat. Jij zou me dan naar boven leiden, naar je appartement. Je zou me dan vragen of ik iets moet hebben om te drinken. Ik zou dan zeggen: "een pintje" en jij zou me dan een pintje geven. Het is dan mogelijk dat jij me vraagt hoe het met me gaat.

Stel dat je vraagt hoe het met me gaat. Ik zou dan kunnen antwoorden dat het goed gaat, dat ik mijn leven terug op de rails heb gekregen en zonder jou ook gelukkig bent. Jij zou daar dan ofwel doorheen kunnen kijken, ofwel zou je geloven dat ik écht gelukkig ben en zeggen dat je daar blij om bent.

Stel dat je zegt dat je daar blij om bent. Het zou dan kunnen dat je naast me komt zitten, dat je zacht begint te huilen en dat je me vertelt dat je me eigenlijk wel mist. Ik zou je dan eventueel in mijn armen kunnen pakken en je proberen troosten.

Stel dat ik je troost, dan zou ik kunnen zeggen dat ik je ook mis en dat mijn leven een hel is sinds jij vertrokken bent. Ik zou dan in je oor kunnen fluisteren dat ik nu wél weet hoe graag ik je zie en dat ik je nooit meer wil verliezen.

Stel dat ik nu maar gewoon mijn pillen neem en probeer niet meer aan jou te denken.

woensdag 10 juli 2013

Kooi

IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (hou van me.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (laat me gaan.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. ER ZIT EEN BEESTJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (het koord lonkt.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. BEESTJE ZIT VAST IN IK. BEETJE ZIT IK VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (wat is dit, zonder jou?) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (obsessieve klootzak.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (woede op mezelf.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. BEESTJE, IK ZIT VAST. BEESTJE, HOU ME NIET MEER VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. (nog vijf maanden.) IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST. IK ZIT EEN BEETJE VAST.

Vrij naar mij, laat me vrij.

dinsdag 9 juli 2013

Kijk naar me

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me.
Zie hoeveel ik van je houd.
Zie hoe kwaad ik ben op mezelf.
Zie hoe klaar ik ben te veranderen.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me.
Kijk hoe ik op mijn knieën
door het stof ga,
voor een laatste jou.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me.
Hoe ik nu weet wat ik eerder niet wist.
Hoe ik toen zo dom was.
Hoe ik wijzer wil worden.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

Kijk naar me,
hoe ik weer dezelfde fout maak.
Hoe ik jou boven mij verkies.
Hoe ik hoop dat je mij weer ziet.

Kijk naar me,
alsjeblieft.

maandag 8 juli 2013

Bijna niets

Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat naast me wakker wordt,
dat naast me zit als ik naar een film kijk
dat zegt dat ik lekker kook.

Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat me de weg toont als ik verloren loop,
dat naar me op zoek gaat als ik diep zit
dat van me houdt als ik haar even vergeten ben.

Ik vraag toch niet zoveel?
Een meisje dat haar benen sprijdt
dat onvoorwaardelijk de mijne is
die meegaat in elke perversiteit.

Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat me recht houdt als ik ten onder ga
dat me kalmeert als ik haar haat
dat me gerust laat als ik alleen wil zijn.

Ik vraag toch niet veel?
Dat meisje dat onvoorwaardelijk van me houdt,
terwijl ik, onzeker, stom haar liefde verraadt,
en zij mij toch terug in haar armen neemt.

Tot ik, op een dwaze avond,
op het strand van Oostende,
plechtig aan mezelf beloof
dat ik haar nooit meer verlaat.

zondag 7 juli 2013

Het gemiddelde

"Geluk is van tijdelijk duur" schreef hij. Hij zat met z'n dronken kloten voor z'n computerscherm en schreef een email naar iemand die er niet was. "Geluk is er zolang we het respecteren. Verliezen we het respect ervoor, dan is het verloren." Hij las wat hij geschreven had en bedacht dat het belachelijk klonk. Toch vond hij het waarheid.

Hij besloot dat hij zijn lot "Maaike" zou noemen, dus besloot hij de email naar Maaike te sturen. Ze had er misschien geen boodschap aan, maar hij hoopte toch dat zij het zou begrijpen. Hij wist dat zij dat niet zou doen.

"Ik wil met je vrijen." schreef hij. "Ik wil met je vrijen gedurende de hele nacht en de hele dag, tot ik moe ben." Hij dronk van z'n pint en trok van z'n sigaret. "Daarna wil ik slapen en naast je wakker worden. En dan gaan we ontbijten."

"We zijn te gevoelig, ik en jij." schreef hij verder. "Wij weten hoe het leven in elkaar zit. Wij weten dat we niet weten hoe het leven in elkaar zit. Wij weten dat we verloren zijn, en aanvaarden dat, Maaike." Hij dacht aan Maaike's borsten, aan haar vingers, aan haar foef. Hij wou dat ze bij hem was.

"Maar het gaat over het gemiddelde, Maaike. Zijn we twee dagen gelukkig, dan mogen we één dat ongelukkig zijn. We waren een half jaar gelukkig, dus hebben we het recht om iets minder dan een half jaar ongelukkig te zijn. Zolang het gemiddelde gelukkig is, kunnen wij overleven."

Hij vroeg zich af of hij gemiddeld gelukkig, of ongelukkig was. Hij besloot dat hij vandaag enkel dronken was. Hij vroeg zich af of "dronken" ook "gelukkig" was. Hij miste haar en besloot van niet.

"We kunnen het niet, Maaike" besloot hij. "Wij kunnen dat niet, liefhebben en lief gehebt worden. Als we onszelf niet verliezen, verliezen we de ander. En zo moeten we verder, van top naar dal, telkens verder, op zoek naar hoe het dan eigenlijk wél moet."

"We zullen het nooit vinden, Maaike, want het bestaat niet. Het is beter er maar meteen een eind aan te maken." Hij wou er helemaal geen eind aan maken. "Of we geven op en we besluiten dat we het nooit zullen vinden, en we leggen ons daar bij neer. En we drinken, en we feesten, en we doen alsof het ons niet deert." Hij zuchtte. "... maar dat kunnen we niet."

"Wat blijft ons nog over dan, Maaike; de strop? Neen, de strop is opgeven. De strop betekent dat we losers zijn. Ik kan daarom niet voor de strop kiezen, ik kan enkel voor het leven kiezen. Ik kan enkel kiezen voor het gemiddelde. En hopen dat ik de quota haal."

"Voor elke dag dat ik gelukkig ben, ben ik bereid een halve dag ongelukkig te zijn, Maaike." schreef hij, afsluitend. "Voor elke dag samen met jou kan ik een halve dag zonder jou." 

Hij schreef nog "Ik hou van jou". Hij verstuurde de email. Hij wist dat er niets goeds van zou komen, maar dat deerde hem niet. Zijn waarheid was heilig en de quota definitief.

donderdag 4 juli 2013

Een nieuw verhaal

Uit goede gewoonte ben ik nog maar eens met een nieuw verhaal begonnen. Je kan de dolle avonturen van Oliver en Maria vanaf vandaag volgen op http://constant-now.blogspot.be/

Ik en jij en wij

Ik, kapot van de idee dat ik je nooit of te nimmer meer zou zien, met een fles whisky en een sigaret. Jij, kapot van de idee dat je er weer in geluisd bent, met een pint en een sigaret. Duizend kilometer van elkaar.

Ik, wanhopig, uitgeblust, kwaad op mezelf omdat ik het weer zo ver heb laten komen. Jij, gedecideerd, koppig, onzeker over liefde, kwaad op mij omdat ik het weer zo ver heb laten komen. Jij, met de idee dat ik een klootzak ben. Ik, met de idee dat jij het meisje van mijn leven was.

Water en wijn. Water in de wijn. Wijn in het water. Een existentieel crisis meer of minder, wat zou het in de oneindigheid van het heelal.

Ik, keihard aan het proberen jou te vergeten. Jij, keihard aan het proberen mij vergeten te zijn. Ik, wanhopig op zoek naar Maaike. Jij, keihard op zoek naar jezelf.

We zijn laf.

woensdag 3 juli 2013

Kom eens wat dichter

"Kom eens wat dichter." We zaten in de zetel. Op de achtergrond speelde dEUS. Ze zei niet zoveel. Ze kwam wat dichter zitten. "'t Is niet altijd makkelijk hé." Ze zei niets, maar legde haar hoofd op mijn schoot. Ik ging met m'n vingers door haar haren. 

"Soms vraag ik me af waarom we het eigenlijk nog doen." Ze draaide haar hoofd, mijn hand naar een ander plekje op haar hoofd leidend. - "Wat zouden we anders doen?" vroeg ze. Ik wist niet meteen een antwoord.

Ze ging terug recht zitten en stak een sigaret op. Ik dronk een slok rode wijn. Ze ging tegen me aan gaan liggen. We genoten van de duisternis van de nacht en van de flikkering van het kleine lichtje van de sigaret. "Het is weer zomer, Maaike." Ze knikte. "Weet je 't nog, die vorige zomer?" Ze knikte. "Wat een zootje." Ze knikte.

Ik gaf ze een kus op haar kruin. "We gaan er deze keer geen zootje meer van maken, hé?" Ze zei niets. "Dit jaar doen we 't anders." Ze tipte de as van haar sigaret in de asbak en kwam weer tegen me liggen. "Geen verplichtingen meer, geen verwachtingen meer. "En we wachten gewoon tot we weer liefde vinden." Ze knikte. Ik legde m'n arm op haar rug. "Ik ben blij dat je hier bent."

Ze duwde haar sigaret uit in de asbak. - "Vergeet niet dat het maar voor even is, Daan." zei ze. "Ik weet het, Maaike." - "Voor héél even, Daan." - "Het kan me niet schelen, Maaike." - "En je bent zeker dat dat okay voor je is?" Ik knikte.

Ze kuste me. Ik kuste haar. - "Ben je héél zeker?" vroeg ze. Ik kuste haar. "Ja." Ze ging terug liggen. - "Wil je geen ander liedje op leggen?" dEUS zong "Nothing really ends". Ik wisselde de cd. - "Wat wil je nu doen?" vroeg ze. "Gewoon, graag zien." - "Wie?" vroeg ze. "Om 't even, Maaike." - "Mij?" vroeg ze. "Vanavond." antwoordde ik. Ze dacht even na. - "Ik jou ook." zei ze. - "Vanavond."

Ik was eigenlijk gewoon blij dat er was.
En overmorgen zou er wel een andere Maaike zijn.

Mellow

Jim: “I don’t know what you want me to tell you, man. All I know is that every time I’ve been faced with a tough decision, there’s only one thing that outweighs every other concern — one thing that will make you give up on everything you thought you knew. Every instinct. Every rational calculation

Dwight: Some sort of virus?

Jim: Love… Dwight, listen, no matter happens, you gotta forget about all the other stuff. You gotta forget about logic and fear and doubt. You just gotta do everything you can do get to the one woman who’s going to make all this worth it. At the end of the day, you gotta jump. You love Angela, Dwight. I think you always have.

- The US Office, Season 22, Episode 22
http://www.youtube.com/watch?v=V-Gw0bWfxF8

dinsdag 2 juli 2013

Zonder

Ik ben er van af. Ik ben vrij. Ik moet niet meer afspreken wat we vanavond gaan doen. Vanavond doe ik wat ík wil doen. En als ik niets wil doen dan doe ik helemaal niets.

Ik mag diepvries pizza's eten als ik wil. De hele week diepvries pizza's. En ik hoef daar geen uitleg over te geven. Ik hoef niet meer te koken voor jou. Ik hoef niet meer naar huis te komen omdat jij daar op me zit te wachten. Ik hoef de wc niet meer te kuisen. Ik hoef geen rekening meer te houden met je hond.

Ik kan zonder je wakker worden wanneer ik het wil en zonder jou gaan slapen wanneer ik wil. Ik kan zonder jou mijn boterham smeren, mijn ice tea drinken, mijn motorfiets herstellen en naar de gentse feesten gaan. Ik kan zuipen en zuipen en praten en gieren en dansen en zingen en zuipen en gillen, allemaal zonder jou.

Ik moet niet meer denken aan wat jij van mij verlangd. Ik moet niet meer nadenken over die dingen waar jij droevig van wordt. Ik moet nu niet meer denken aan hoe ik je 's nachts moet omhelzen. Ik hoef niet meer denken aan de tippen van mijn vingers die langs je blote rug glijden. Ik moet niet meer denken aan je haar, aan je ogen, aan je bloedmooie gezicht. Ik moet niet meer van je houden, ik moet niet meer met je vrijen, ik moet je niet meer knuffelen.

Ik zou niet meer moeten denken aan hoe je soms lief was. Ik zou niet meer moeten denken aan over hoe je me altijd mee nam op je vreemde avonturen. Ik zou niet meer moeten denken aan hoe jij me vastnam, hoe jij me kuste, hoe we samen de zee verkenden. Ik zou niet meer moeten denken over hoe je me overal thuis deed voelen, over hoe je alles deed om goed te maken voor ons.

Ik mag niet meer denken over hoe graag je me wel zag. Ik mag niet meer denken aan hoe ik vergat om jou graag te zien. Ik mag niet meer denken over hoe je me gelukkig maakte, terwijl ik dat eigenlijk zelfs niet helemaal zag. Ik mag niet meer denken aan hoe graag ik je eigenlijk wel zie.

Ik moet je laten gaan.
Ik moet je vergeten.
Ik moet stoppen met jou graag te zien.

Ik moet stoppen met denken aan jou.

zaterdag 29 juni 2013

Anxienty

I've never named it anxiety. I've never named it anything, to be honest. I just was. I knew I could get over a relationship. I always knew it was only a temporary situation that would be fixed given enough time. It's not even that much time this time, six months should do. Hell, I've already spent one month alone, the next five months should be peanuts. And yet...

I've found out that I love this girl. I have found out that I don't want to go on without this girl. I have found out that I want to do everything in my power to make this girl happy. And making her happy maybe means to let her go...

And yet I can't. I can't think of what I had just two months ago and agree that I do not have it anymore. I hate myself for being who I was two months ago. I hate myself for not being able to do whatever she asked of me at that point in time. I hate myself for not realizing how much you meant for me.

I still have the bracelet you bought for me, laying on my night stand. I've never really liked bracelets, but you have bought it with love. Now I feel silly for not wearing it.

"I love you. I love you. I love you." It keeps repeating in my mind. Hell, I would even dance for you, if it would make you come back. I would dance for you and keep dancing until I die, if it just meant that you would be there in front of me, dancing with me.

If only I could turn back time.

I am afraid. I am so much afraid of everything that is going to happen in the future. Will I ever see you again? Will I ever touch you again? Will we ever share the bed again? Or will you just get over me and move on.

I want to construct a life with you. I want to build a house with you. I want to have a family with you. I want to follow you to wherever you go. Just to be with you and to be happy.

I see your smile when I close my eyes.

It is too late. It's been too late for months. It's been too late since I started doubting my feeling for you. And I hate myself for it. And I am afraid of losing you, even though I already lost you. I feel like I cannot handle anything anymore, not a normal life, not even waking up in the morning, or going to bed.

I can't shake this feeling, this fear, this image of a life without you. A life without love. My logic doesn't compute anymore, only the emotions and the fear stays.

I try to imagine how it felt to touch your lion-king hair.

"It's only temporary, it's only temporary, it's only temporary." I repeat it over and over again, hoping that I will once believe it. But I never do. This feeling, it seems like it will last forever.

When I open the door of our old house, I always think your dog will come running down, to welcome us when we finally arrive home. But even the dog is gone.

The discussions that we had, they all feel so meaningless now. Why would I mind talking to your sister? Why would I mind having a walk during office hours? Wouldn't it all be easy if it just meant you would spent more time with me?

Your brought so much positivism in my life.

And yes, of course I am afraid I would fall in the same old routine again. Of course I am afraid I would become the same asshole I was before if I get what I want. But I don't want it to be like that. I will not allow it anymore. I will seek help, I will listen to your advice, I will hang myself before I would ever lose you again. And I don't want to fight the same discussions over and over again anymore.

When I go to bed, I hug my pillows and try not to think about you. I should have hugged you more when I had the chance.

I am trying to be happy for you, because you were able to get out. But I can only think about my life without you. I can only think of the darkness of the night. I can only think of how much I will actually miss you.

I'm a fool.

Ik ben zot.

Ik sta op het punt om een koord te pakken en me op te hangen. Ik ben héél hard op zoek naar een reden om het niet te doen. Ik heb het gevoel dat m'n leven op dit moment aan een zijden draadje hangt. Ik wil een koord pakken en me ophangen. En liefst nu meteen.

Wat is er in godsnaam nog over om voor te leven?

Was ik maar een beetje vriendelijker geweest. Had ik maar zeker geweten dat ik van haar hield. Had ik maar gewoon een klein beetje meer moeite gedaan. Ik ben niet zo moeilijk...

Mijn leven hangt vast aan het hare. Ik wil zo niet langer meer leven. Ik wil los staan van haar, ik wil niet dat ik haar nodig heb. Ik wil niet dat ik iemand nodig heb om dit tranendal te overleven...

Ik kan het echt niet meer...

Zaterdag avond

Het meisje van een nacht ligt op m'n arm in te dommelen.
Ik neem de sigaret uit haar mond en kus haar op het voorhoofd.

Schreeuwen dat ik het fout had.
Schreeuwen dat ik er spijt van heb.
Schreeuwen dat het beter kan.
Maar jij luistert niet.

Ik ga naar beneden.
Het meisje blijft boven.
Het meisje slaapt.
Ik rook haar sigaret.

Het meisje van de nacht roept ook iets.
Maar ik begrijp niet wat ze roept.

Ik denk aan je als ik door het raam naar de sterren kijk.
Ik mompel dat ik je nodig heb.
Het meisje van een nacht is een schamele uitweg.

Ik mompel dat ik wou dat het meisje van een nacht jou was.

Morgen stuur ik je weg, meisje van de nacht.
Maar vanavond hou ik nog van jou.

Hoor me schreeuwen.

Aftellen

Ik tel af.
Elke minuut van elk uur van elke dag van elke week.
Tel ik af.

Tot je plots vraagt,
gaan we geen pint gaan pakken?

En dat je dan zegt,
ik mis je.

En dat je dan zegt,
ik hou nog steeds van je.

En dat ik dan zeg,
deze keer wordt het anders.

En dat jij dan zegt,
dat is okay.

En als dat nooit is,
dan tel ik wel op.

donderdag 27 juni 2013

Zelf.

Het spookt nu al een maand door mijn hoofd. Niet steeds, en ook er steeds mezelf van overtuigend dat ik het nooit zou doen, maar het spookt wel in mijn hoofd. Niet theoretisch, niet abstract, maar zeer praktisch en gedetailleerd.

Eerst moet ik de plankjes van het plafond los maken. De plankjes zijn erg dun en hebben geen draagvermogen. Een paar keer m'n vuist tegen zetten moet dus meer dan voldoende zijn om ze weg te halen. De ideale plaats is sowieso boven de trap, gezien daar het meeste plaats over is.

Onder de plankjes zit meteen ook de dakstructuur. Ik heb de plankjes er zelf aan gehangen, dus ik weet hoe die structuur in elkaar zit. Het is een v-vorm met daaronder een horizontale plank om het geheel recht te houden. De hoek vorm dus een A-vorm.

Qua koord opteer ik, denk ik, voor een simpele koperen elektriciteitskabel. De kabel is dun, maar ik ben er vrij zeker van dat het mijn zestig kilo wel kan trekken. Dankzij het plastiek aan de buitenkant denk ik dat het niet meer zal snijden dan nodig. Dankzij de A-vorm van de balken kan ik de kabel gewoon door het dak vlechten; er is geen nood aan haken of katrollen.

Eenmaal daar aangekomen zitten we bij het grootste probleem: de val. Het is simpelweg niet hoog genoeg om comfortabel te zijn. Om dit op te lossen dien ik een aanloopje te nemen van de trap om er dan van af te springen. De krachten die dan van toepassing zijn zouden voldoende moeten zijn.

Eenmaal daar aangekomen is het ofwel voorbij, ofwel niet voorbij. Als ik verkeerd spring, dan is de meest pessimistische situatie dat ik daar nog een minuutje hang af te zien. Veel hoop is er op dat moment in ieder geval niet meer, er is geen stoel of steun in zicht en het enige wat er voor mij dan nog op zit is aftellen tot het einde. Tellen vanaf zestig zou voldoende moeten zijn.

woensdag 26 juni 2013

Over hoe ik besloot je graag te zien

Het is gebeurd. Het gebeurde niet met stiekeme blikken in een klaslokaal, of met stiekem handjesgevrei in de cinema. En ook niet met lange liefdesbrieven of met geheime afspraakjes in de Vooruit. Het gebeurde ook niet op slag en ook niet na heel lang samen zijn. Nee, dat was allemaal te vroeg. Het gebeurde toen jij stopte met mij graag te zien.

De mensen zeggen dat ik je niet graag zie. De mensen zeggen dat ik me enkel slecht voel omdat ik jou mis. De mensen zeggen dat ik niet jóu, maar de relatie mis. De mensen zeggen veel en vaak ook hetzelfde. De mensen zijn mis.

Ik ben het slechtste lief geweest. Of ja, misschien zijn er ergens op deze aardkloot nog lieven die slechter zijn dan mij. Van die lieven die hun meisje de kop in slaan als ze te laat thuis komen, bijvoorbeeld. Zo ben ik niet. Ik heb mijn meisje nooit de kop ingeslaan als ze te laat thuis kwam. Maar ik was geen voorbeeldig liefje.

Dat kwam omdat ik eigenlijk altijd dacht dat ik je maar een beetje graag zag. Ik heb er lang over nagedacht en ik heb heel lang naar de mensen geluisterd. Ik zag je niet graag; meisje, m'n meisje. Ik was je al aan het vergeten, ook al was je hier nog maar net.

Maar nu zie ik je graag.

Ik heb het uit mijn diepste gevoelens gepuurd. Ik ben er naar op zoek gegaan, naar mijn diepste gevoelens. Ik ben er naar op zoek gegaan en ik heb gezien dat ik niet de relatie mis, maar jou. Ik heb er heel lang over moeten denken, maar nu weet ik het wel zeker. Ik wou graag alleen zijn. Ik wou het graag omdat ik je eigenlijk niet zo heel graag zag.

Ik zag je een beetje graag, dat wel. Ik zag je een beetje graag en ik dacht, als ik ze nu een beetje graag blijf zien dan zie ik haar binnenkort heel graag. Maar ik had geen tijd om je te missen en ik had geen tijd om je nog meer graag te zien.

Maar nu zie ik je graag. Nu heb ik tijd gehad om je te missen. Nu heb ik je ook effectief moeten missen. En nu is het allemaal al véél te laat.

Geef me een klok en ik draai ze terug.
Geef me een mes en ik snij je uit mijn verleden.
Of geef me een pistool opdat ik het lijden verzacht.

Nonsense.
Ik hou van jou.

maandag 24 juni 2013

Rebound

Ik zat op een barkruk, aan de bar van het dambert. Maaike zat naast me. We hadden de hele avond al niet veel gezegd, maar daar voelde ik me prima bij. Ik dronk een vedette, zij dronk een duvel. En we staarden eigenlijk maar wat voor ons uit.

Soms wierp ik stiekem eens een blik op haar lijfje. Het was vreemd hoeveel details ik in die korte tijd vergeten was, maar toch had het ook iets bekends. De laatste keer dat ik dit lijfje gezien had, was toen het naakt naast me in bed lag. Het leek langer geleden dan het eigenlijk was.

"Maaike" zei ik, terwijl ik m'n pint omhoog tilde. "Op het leven!"
Ik was eigenlijk alweer te dronken om goed te zijn.
Maaike hief haar glas op en bevestigde: "Op het leven."

Ze had een schart op haar arm. Haar huid was precies zoals ik hem mij herinnerde. Ik wou eigenlijk niets anders dan met mijn vingertoppen over die huid strelen. Heel zachtjes, zonder ze eigenlijk echt aan te raken. Daarna zou ik een scherp mes nemen, haar arm villen en haar huid meenemen om thuis zorgvuldig te bewaren.

Ik had moeite met haar in de ogen te kijken. Alles in haar ogen bracht me terug naar verre verledens die nu niet meer mochten bestaan, maar die zich in mijn verdoemde brein nog steeds nestelden.

"Maaike" vroeg ik, half dronken en half gek. "Wil... wil je misschien mijn rebound zijn?"
Ze keek verontwaardigd. - "Je rebound van wie?"
"Mijn rebound voor jou."
Ze keek me gepuzzeld aan.
- "Hoe kan ik nou je rebound voor mezelf zijn?"
Nu was ik het die haar gepuzzeld aan keek.
"Euh..." bracht ik stamelend uit.
Ik kon niet meteen een goede uitleg bedenken dus staarde ik maar even voor me uit.

Bij het binnen komen had ze me een vriendelijke kus op mijn wang gegeven. Het was betekenisloos geweest, maar toch nam het me terug naar die enkele weken geleden, toen ze nog in m'n armen in slaap gevallen was.

- "Voor hoe lang?" vroeg Maaike.
Ik was verbaasd, ik had eigenlijk geen antwoord verwacht.
"Voor eventjes." antwoordde ik.
- "Maar hoe lang is eventjes?" vroeg ze.
"Gewoon, van vandaag tot misschien het einde van mijn leven?"
- "Nope, te lang." zei ze luchtig.

Ik nam de laatste slok van m'n vedette en keek haar in de ogen. Ik vond het moeilijk om haar in de ogen te kijken. Die grote, blinkende pupillen met daarachter een wereld van gedachten. Ik bedacht hoe ik graag met een klein mesje een kleine opening in haar ogen had willen maken om daardoor in haar gedachten te kunnen kruipen.

- "Wel, doe je geen tegenvoorstel?" vroeg ze kordaat.
Ik dacht even na over wat ze gezegd had.
"Misschien" zei ik voorzichtig "tot jij dood gaat?"
Ze lachte haar tanden bloot.
- "Ja, dat zal wel korter zijn, maar nog steeds te lang."
"Wat denk je van een decennium?"
- "Te lang.
"Vijf jaar?"
- "Te lang."
"Een jaar?"
- "Nog te lang."
"Een nacht?"

Ze glimlachte. 
- "Daan Petersen Skaeg, een nacht wil ik bij je blijven."
Ik ging met mijn vingertoppen over de huid van haar arm.
"En misschien een week?" vroeg ik, half smekend.
Ze legde haar hand op mijn hand.
- "Wat denk je van een weekend?"
Ik glimlachte. Ik legde mijn hand op haar zij en trok ze zachtjes naar me toe.
"Dat zou ik leuk vinden, Maaike."
Ze omhelsde me terwijl ze me zacht in m'n nek kuste.

- "Ik heb maar één voorwaarde, Daan." fluisterde ze in mijn oor. "Het is een heel eenvoudige voorwaarde." Ze ging terug rechtop zitten en keek me in de ogen. "Je mag niet verliefd op me worden."
Ik knikte.

Ik nam m'n jas, kuste Maaike op haar voorhoofd, zei "tot ziens" en trok de deur achter me dicht. Twintig minuten later kroop ik alleen in m'n bed. En ik deed heel hard m'n best niet meer verliefd te zijn op Maaike.

zondag 23 juni 2013

Whisky en Spinvis

"Jij kijkt niet meer met je ogen, meid." Ik zat aan de whisky, zij aan de wijn. "Wat zie je, als je naar me kijkt?" vroeg ik. Ze keek me aan met woedende ogen. - "Een klootzak" zei ze, na een korte pauze. "Een klootzak dus?" vroeg ik. - "Ja, een klootzak." Ze was niet kwaad, ze had zich niet eens opgewonden. Ze zei koel en ijzig. Ik had zin om mijn vuist in haar gezicht te gooien. "Okay" zei ik, en ik nam nog een slok whisky.

"Je speelt het hard, Maaike. Je speelt het veel harder dan dat ik van je verwacht had." Ze antwoordde niet. "Ik heb je gekwetst, ja. Maar dít, dit verdien ik niet." Ze zei nog steeds niet, maar nam een marlboro sigaret en stak ze aan. "En waarom ben ik dan wel een klootzak?" Ik deed om kalm te blijven.  Zij blies de rook voor zich uit, terwijl ze me indringend in de ogen keek.

- "Jij doet nooit iets voor iemand anders als je er zelf geen voordeel uit haalt."
Ik stond verstomd.

"Ik stond er anders wel altijd als er aan je huis gewerkt moest worden." zei ik. "En ik was er ook toen je moest verhuizen. Ik heb je altijd geld geleend als je het nodig had. En als je droevig was, of het ging even niet meer, dan stond ik meteen aan je deur."

Ze keek me kwaad aan.
- "Je gebruikte me gewoon als spaarpot."
Ik begreep het niet.
"Op de bank kreeg ik anders wel gewoon interest."

Ze antwoordde niet.

"En Jozef, die ik vorige week ook hielp verhuizen, dat was ook voor m'n eigen voordeel te doen?" ging ik verder. "En al die uren in die verdomde discotheek, denk je dat ik dat voor mezelf deed?!"

Ze antwoordde niet.

"En die godverdomde familie-zondagen. Elke fucking zondag naar je moeder. Deed ik dat ook voor mezelf?!"

Kalm blijven, Daan - dacht ik bij mezelf.

"Altijd ben je welkom geweest, elke keer, elke avond, wanneer je maar wou. Je moest gewoon binnen komen en ik gaf je een bord! En nooit, nooit heb ik ook maar één keer gevraagd om bij te leggen."

Ik zweeg. Ik begreep het niet. Ik had haar gekwetst, maar toch niet erg genoeg om me voor altijd te haten. Zij keek me aan, van haar sigaret trekkend, denkend, pijnsend.

- "Je..." ze stopte, dacht na. "Je doet ook nooit wat je zegt."
"Hoe bedoel je?"
- "Dat je dingen zegt, en ze daarna niet doet."
Ik begreep niet van waar die gedachten nu wel allemaal kwamen.
- "Zoals wat?"
"Je zei dat ik me mocht domiciliëren op je adres.
- "Je hebt me meteen erna gedumpt!" schreeuwde ik.

Ze zweeg.
Ik had geroepen.
Ik had de discussie verloren.

Het was stil.

- "Je... je zei dat je me niet graag zag."

Ik dacht na over hoe ik me vorige maand nog voelde. Het was waar, ik wist niet zeker of ik haar graag zag. Ik dacht aan hoe pijn het enige bewijs van liefde is. Ik dacht aan hoe ze mij nooit gekwetst had, over hoe ik haar nooit had moeten missen, over hoe onzeker ik was geweest over die liefde. En zij had dat natuurlijk gezien.

"Dat is waar. Ik heb me vergist."
- "Je zei dat je me niet zou missen."
"Ik zei dat ik dacht dat ik je misschien niet zou missen."
- "Toch zei je dat je er genoeg van had."
"Ik heb me vergist."
- "Zie, je doet niet wat je zegt."
"Ik heb me vergist!"

Het bleef zich in mijn hoofd herhalen. Daan, hoe je stem onder controle. Hou je gevoelens onder controle. Je hebt geen controle over de situatie, ze wilt niet naar je luisteren, ze begrijpt je niet meer.

"Ik hou van je." zei ik stil.
Ze antwoordde niet.

"Ik hou van je en ik wil je nooit meer kwetsen."
Ze bleef stil.

"Ik wil er alles aan doen om je nooit meer te kwetsen.
Ze huilde één traan.

- "Ik kan je niet meer vertrouwen, Daan."
"Dat spijt me." zei ik bedrukt.

Ik was alles verloren.
Ik zou alles altijd weer verliezen.
Ik dacht aan de loop van een Luger.

Ze nam haar jas, dronk de wijn uit en gaf me een kus op m'n voorhoofd.
"Haat me niet?" fluisterde ik wanhopige.
Ze zei niets, maar deed haar jas aan, ging naar buiten en trok de deur achter zich dicht.

Ik dronk whisky en rookte sigaretten.
En daarna luisterde ik naar Spinvis.

Monster

Liefste,

Waarom heb je een monster van me gemaakt? Je denkt dat ik slecht ben, je denkt dat ik een klootzak ben, je denkt dat ik nooit iets voor niemand doe. En je denkt dat ik je nooit graag gezien heb.
Ik ben dat niet, Maaike.

Je denkt dat ik enkel aan mezelf denk, dat andere mensen de pot op kunnen, dat ik je hond haat.
Ik ben dat niet, Maaike.

Je denkt dat ik geen pijn heb. Je denkt dat ik de relatie mis. Je denkt dat ik jou niet mis.
Je bent mis, Maaike.

Vergeet me niet, Maaike.
Vergeet niet hoe ik echt ben.

Dag, liefste.
Tot in een volgend leven, als we beide katten zijn.

donderdag 20 juni 2013

Storm

"There is a storm coming." she said. I looked at the dark sky above the sea. - "Yes, I think so too." We were cleaning the table outside, bringing the empty dishes and empty bottles of beer inside. It had been a hot day and we had ended it with a small dinner and beers. In those days we still ended days with small dinners and beers. She hugged me and gave me a kiss. - "I like thunderstorms", I said. She smiled. "I never liked them", she said, "except with you."

We went inside, but left the door open. Outside we could see the first rain falling. Thick, wet drops of water were raining down on the terrace. Somewhere in the distance, a first lightning strike over the sea.

We went to bed. It was still hot, way too hot for me. She put her head on my shoulder, while we listened to sound of the rain and the far away thunder.

"Did you ever fear thunder?" she asked.
I thought for a while. - "I don't think so", I said. "I think I've always loved it."

The drops of rain got thicker as the storm got closer.

- "Did you fear thunder, when you were small?" I asked.
"Yes", she said, "a bit."
- "What do you think about when you hear thunder?"
Now it was her turn to think for a bit. After a long silence, she said: "Only you."

The storm was getting really close now. Thick drops of water turned our terrace into an ocean of water. The sound of thunder really filled the air now, with lightning almost constantly filling the dark, night sky.

- "Let's go outside," I said, "to watch."
She wasn't sure. "Why?"
- "Just, to watch. We can stay at the door."

We went to the terrace door. I went outside, she stayed inside. Immediatly, I was wet to the bone, but I didn't mind. I loved the feeling of rain, the thick drops massaging my body. The skyline was amazing, the sea seemingly filled with balls of lightning. It felt like we were in the middle of a fight between two unearthly forces.

It didn't take too long. After about twenty minutes the sky got less dark again. The rain stopped. We went outside and I took a shower. She smiled at me, when I came back to the bed. She put her head on my shoulder again, looking at the open window.

"Do you think this will last forever?" she asked.
- "The storm?"
"No." She paused. "Us."
I smiled. "Why not?"
She smiled. "Yes, why not."

Somewhere outside the last raindrops were falling, and for one moment I believed, from now one everything would always be fine.

woensdag 19 juni 2013

Regen

"Het regent, Maaike. Ik denk dat je beter mijn paraplu meeneemt." Ze zat in m'n oude zetel. Ik zat naast haar. Ze keek over haar schouder naar buiten. - "Nee, 't is goed." zei ze, "ik blijf wel slapen." Ik knikte. "Dat is natuurlijk ook goed." Ze zuchtte, duwde haar sigaret uit in de asbak, nam een slok van haar pint en ging met haar hoofd in m'n schoot liggen. - "Ben je zeker?" vroeg ze. "Tuurlijk."

Ik ging met m'n vingers door haar haren. Buiten joeg de wind de regen op. Ze had haar ogen gesloten. We luisterden naar The XX. Ze zei niet veel. Ze had de hele avond niet veel gezegd. Dat vond ik best.

Buiten begon het te stormen. Een bliksemschicht gooide even de schaduw van een boom in het huis. Daarna een donderslag, ergens in de verte.

"Ik ga dan eens gaan slapen" zei ik.
Ze opende haar ogen en knikte.
"Ik zal je een dekentje geven."
Ze knikte.
"... of, als je wil, mag je ook gewoon bij mij in bed slapen."
Ze twijfelde even, maar knikte dan toch.

We gingen naar boven. Ik deed m'n broek uit en kroop in het bed.
- "Mag ik je t-shirt lenen?" vroeg ze.
"Ik heb wel een propere liggen beneden" zei ik.
- "Nee, dat is ok" zei ze.
Ik deed m'n t-shirt uit en gooide 'm naar haar.

Ze deed haar topje uit. Haar borsten waren anders dan ik ze me herinnerd had. Ze trok m'n t-shirt aan.
"Hij ruikt een beetje..." zei ik beschaamd.
- "Nee, dat geeft niet" zei ze.
Ze kroop naast me in bed. Ik knipte het licht uit.

Een tweede bliksemschicht verlichte de kamer.
Ik zag dat ze met haar ogen open naar het plafond lag te staren.

Zo lagen we in het donker.
Ik vroeg me af hoeveel centimeter mijn hand van haar hand weg lag.

"Maaike?" vroeg ik. Haar nam bleef steken in mijn keel, dus ik kuchte en vroeg het opnieuw.
- "Ja?"
"Heb je me eigenlijk gemist?"
Ze zei niets.

Het bleef even stil.

Ze draaide zich naar me toe, kroop een beetje dichter en sloeg haar arm om me heen. Daarna trok ze haar lijfje tegen me aan. Ze drukte haar want tegen me aan. Ik dacht dat ik voelde dat die nat was.

Ze zei niets, maar ik ging met mijn hand over haar rug. M'n vingertoppen een halve millimeter van haar huid verwijderd. Maanden had ik me afgevraagd hoe haar huid alweer voelde.

Ik drukte haar dichter tegen me aan en kuste haar in haar nek.
"Droom zacht, Maaike" fluisterde ik.
- "Droom zacht" zei ze zacht.

Buiten raasde de wind nu hard. Bliksemschichten en donderslagen wisselden elkaar af. Het dakraam stond op een kier en de wind waaide zachtjes binnen. En het meisje van m'n leven lag voor één nacht nog eens heel dicht bij me. En dat zou ik misschien morgen kwijt zijn, maar eigenlijk ook nooit meer kwijt geraken.

maandag 17 juni 2013

Het is een spijtige zaak, beer.

Het is een spijtige zaak, dacht ik, dat ik hier nu wakker lig. Het was kwart voor vier en tot nu toe had ik nog maar een paar uur geslapen. Ik knipte dus maar mijn nachtlampje aan, stak een sigaret op en staarde wat voor me uit. Inderdaad, een spijtige zaak. En over een uur zouden die idiote vogels weer wakker worden. Een spijtige zaak, dacht ik bij mezelf. Spijtig.

Op het linker nachtkastje stond een teddybeer. Eigenlijk wist ik niet van waar die teddybeer kwam, maar hij stond hij al een tijdje. Het was een oude teddybeer, met hier en daar een scheur die onhandig opgelapt was. Hij stond daar al lang, op dat nachtkastje, dag en nacht voor zich uit starend.

Ik nam de teddybeer en zette hem op het lege hoofdkussen naast me. De beer keek triest voor zich uit, met een vreemdsoortige triestigheid in zijn ogen. "Kop op" zei ik, terwijl ik hem zachtjes over zijn wollen haren aaide. "Het komt wel goed." De beer zei niets. "Het komt altijd goed, beer." herhaalde ik. De beer antwoordde nog steeds niet. Klote beer.

Ik zuchtte. "Had ik nu maar een revolver" zei ik luidop, meer voor mezelf dan voor de beer. "Een Luger P08, zo'n vuile nazi-revolver." Ik keek naar de beer. "Wat ik er mee zou doen?" antwoordde ik. "Je vuile berenkop er af schieten, om te beginnen, om te beginnen." Ik deed alsof ik een Luger P08 vast had en de beer de kop af schoot. De beer, op zijn beurt viel om.

"Het is je eigen fout, beer." zei ik. "Het is je eigen fout dat ik je kop afgeschoten heb." De beer lag met zijn kop in een plas berenbloed. "En denk maar niet dat ik er plezier aan had, beer." Ik zuchtte. "Het schot heeft nu waarschijnlijk de buren wakker gemaakt, en dat zal ook wel wat consequenties met zich meebrengen." Ik keek naar de beer die met het gezicht naar beneden op het kussen lag en zuchtte hard. "Ja, die zullen natuurlijk de politie bellen." De beer reageerde niet.

"Ben je dood, beer?" vroeg ik. "Want als je niet dood bent, ben je echt wel een klootzak." Ik gaf de beer een mep, kreeg spijt en besloot de beer het voordeel van de twijfel te geven. De beer was dood en dus géén klootzak.

Ik legde de Luger P08 op het rechter nachtkastje, deed het licht uit, ging terug op mijn rug liggen, nam de revolver terug in mijn hand, gooide het in de lucht, ving het terug op, richtte op de foto van Maaike, zette de loop tegen mijn kop, richtte het weer op Maaike en schoot een gat in het plafond.

"Het is een spijtige zaak, beer." Ik zette de beer recht op mijn borstkas, zijn twee zwarte ogen melancholisch boven mij uit starend. "Ik zei dat het een spijtige zaak is, beer." De beer reageerde niet. Ik gooide de beer op de grond en gooide de Luger P08 erbij. "Hier, beer. Doe daar maar wat mee."

Ik knipte het licht terug uit, sloot mijn ogen en zag in het donker van mijn gedachten hoe de beer zich moeizaam oprichtte, de revolver in zijn wollen poten hield, richtte en schoot. Ik voelde hoe de kogel zich in slowmotion in mijn voorhoofd boorde. "Het is een spijtige zaak", dacht ik. "Het is een spijtige zaak." Ik voelde de kogel tegen mijn schedel duwen, steeds harder, tot mijn schedel plots meegaf en de kogel zich in mijn zwarte hersenen boorde.

"Het is een spijtige zaak, beer." zei ik. "Maar nu ga ik slapen."

zondag 16 juni 2013

Dronken.

Ik was even oprecht gelukkig.
Maar toen werd ik langzaamaan opnieuw nuchter.

vrijdag 14 juni 2013

K'm 't gehad

't Is tijd dat het eens gedaan is met dat geneut. Ik heb 't niet meer nodig, dat gezaag. Vanaf vandaag ben ik weer een man, met z'n vuisten gebald; klaar om te beuken op die muur die me omwalt. Kommil foo ten top.

K'm geen goesting meer om kwaad te zijn op mezelf. K'm geen goesting meer om kwaad te zijn op jou. Laten we dus samen maar ons eigen ding doen.

K'm iets gedaan dat je me nooit zal vergeven. Ik heb het nog niet eens helemaal gedaan, maar ik ben er mee bezig. En k'm er al spijt van. Maar 'k moet. 't Moet. Voor altijd gedaan, maar 't moet.

Niet meer radeloos. Beterschap in zicht. En 'k zie je geirn, maar 't moet niet meer. D'r moet niets niet meer.

'k Zal proberen d'r voor je te zijn, als je dat wilt. En als je niet wilt, laat ik je gerust. 't Moet niet. Niets moet.

'k Mis je. Maar 'k ga d'r niet meer over neuten.

donderdag 13 juni 2013

Sometimes I dream

Sometimes it feels like it's all just a dream. Sometimes it feels like tomorrow I'll just wake up and you'll be snoring next to me. I go downstairs, make coffee, open the door for the dog, smoke a filthy cigarette and come back to bed to hug you. And then I look at you and I realise I'm so lucky that you are still here.

Sometimes I have trouble realising the truth.

How far to go?

Maaike,

I know I made mistakes. I know I made a huge amount of mistakes. The biggest mistake I made was not knowing if I loved you or not. I don't know why I didn't know for sure, and most people tell me that I didn't; otherwise I would have known.

I don't know about that.

Our cat is sitting in the sofa. Our cat is sitting on the place where your dog used to sit. Or, well, back then it was our dog.

I've been thinking about a lot these days. Or better, these weeks. I've been wondering what I see as love, I've been wondering how I react to love.

Our cat still smells the dog. He's looking for him. He doesn't trust it here. But I've locked him up, so he can't leave. I need him here, for now.

Most people will say it's wrong, but I strongly feel like my love is bounded with pain. I've always loved people more after they've hurted me. It's fucked up, I know. But I have the feeling it's true. And I'm hurt now, Maaike, so I know I love you. A strange miswiring in my brain; I hate my brain.

Our cat jumped from the sofa and walks towards the door. He wants to go out. I don't want him to go out. It's easy to control a cat.

I want to start again and do things better, Maaike. I want to improve how I am. I want to stop saying those stupid things to you. I want to make you feel happy, want to know who you are. Completely. I want to wake up next to you, want to fall asleep with you in my arms. I want you to tell me those crazy stories. I want you, now.

Our cat is angry. Our cat is noisy. She's calling for help, help to let her out. No, cat. You stay here.

A friend once told me that, if I even decide to change how I treat you, I should keep in mind that I have to keep it up until the end of times. I'm not going to lie, I'm afraid of that. I'm afraid that I maybe can't keep up my good promises. But I want to try. I want to try it for you. And I believe I can do it.

The cat keeps screaming, so I open the door. He runs away at nearly the speed of light.

I know you'll probably never give me the chance again. I'm trying to be okay with it. But please, don't let it be like all the Maaike's before you. I'm not ready to never see you again.

Our cat is sitting on the windowsill. He's looking inside. I'm imagining that he's checking if I'm still alright. I imagine he's checking if it's alright to go.

I miss you, Maaike. Actually, I miss all of you. I'd like to go out and have a drink with every single one of you. Because I've been acting stupid and I want to make it up to you all.

Our cat runs away, runs to the garden.
I hope it will be back later.

I hope you'll be back later.

Love,
Daan.

zaterdag 8 juni 2013

AfSCHIJT

Dag.

Het was wel leuk, de laatste jaren.
Veel meegemaakt. Veel gevreeën.
Veel filmkes gekeken. En ook wel veel gedronken.

Ja, 't was plezant. Maar ook een beetje zinloos.
Vond jij 't ook niet een beetje zinloos, Maaike?

Ik heb nooit echt geweten hoe het zonder jou moest.
Ik heb wel zo'n beetje geleefd hoor, Maaike.
Ik heb zo'n beetje zitten scharrelen, heb nagedacht over het leven.
Ik heb ook zónder jou veel gevreeën.
Ik heb zelfs vaak met mezelf gevreeën.

Maar... zinloos? Ja.
Zonder jou werd het allemaal erg zinloos.

En 'k heb best wel geprobeerd om je terug te halen, Maaike.
En 'k heb best wel geprobeerd om een nieuwe Maaike te vinden, Maaike.
Maar ik heb nooit erg veel geduld had.

Ik denk dus, Maaike, dat we het hier best afsluiten.
Dat we er hier, als het ware, maar een punt achter zetten.
Want ik sta eigenlijk al te lang met mijn rug aan de verkeerde kant van de muur.

Hij moet hoger, Maaike, die muur.
En er mag niemand meer aan de verkeerde kant staan.
Ik aan de ene, jij langs de andere kant.

Je hoeft niet te huilen, Maaike.
Het is allemaal oké.

Het is altijd allemaal oké.

woensdag 5 juni 2013

Koppig.

"Ge zijt gewoon koppig." zei ze. Ze zuchtte. "Waarom ben je zo koppig? Je ziet toch dat 't niet goed voor je is." Ik antwoordde niet, ik keek enkel nors voor me uit. "Geef nu toch gewoon aan jezelf toe dat het niet had mogen zijn!" - "Fuck off" zei ik, "ik ga slapen", en ik ging naar de slaapkamer.

In m'n hoofd ontspon zich een wereld zonder haar. Ik verzon een wereld waar ik elke dag whisky dronk en naar Spinvis luisterde. Een wereld waar ik tot een stuk in de nacht aan mijn roman kon schrijven, ongestoord door mens, met enkel een dikke kater om me gezelschap te houden.

Het duurde een tiental minuten voor ze ook naar de slaapkamer kwam. Ik had de lichten al uit gedaan en ik lag met m'n rug naar de deur. Ik hoorde hoe ze de deur dicht deed en hoe ze, in het donker, haar kleren uit deed. Ze deed alles uit, behalve haar onderbroek. In het donker strompelde ze naar het bed.

Zou ik dat kunnen, vroeg ik me af? Zo zonder mensen leven? Hoewel, zonder mensen... ik zou natuurlijk wel nog af en toe eens iets gaan drinken. Maar ik zou alleen leven, als een monnik, toegewijd aan zijn werk. Geen meisjes, behalve de occasionele scharrel. Zou ik dat kunnen?

Ze stootte zich tegen de metalen frame van het bed. Ze vloekte. Ze vloekte meestal als ze zich pijn deed. Ze deed zich vaak pijn. En ik, ik was daar ondertussen verliefd op geworden.

Iedereen zegt altijd dat je iemand nodig hebt. Ik twijfelde daar aan. Ik dacht aan mijn tante, die ondertussen overleden was. Ik vroeg me af of zij gelukkig was; of zij alléén gelukkig was. Ik dacht steeds van wel, maar ik was nu helemaal niet meer zo zeker.

Ze kroop in het bed, maar kwam niet tegen me aan liggen. Ik voelde hoe ze naar mijn rug lag te kijken. Ik voelde hoe ze op zoek was naar iets om te zeggen. Ze zei niets; ze kuchte.

't Is toch een mooi leven, zo'n eenzaam leven?
Ik draaide me om. In het donker kon ik enkel het wit van haar ogen zien.

Ze zei niets, ze keek enkel in m'n ogen. In gedachten voelde ik haar marmeren borsten. Tien centimeter; veel verder kon ze niet van mij liggen. Ik wilde haar/ze tegen me aan drukken en fluisteren dat alles goed zou komen. Dat ze zich geen zorgen hoefde te maken.

"Hoe lang is het geleden dat we gepraat hebben?" vroeg ze.
- "We praten constant!" zei ik licht verontwaardigd.
"Nee, Daan. Dat we écht gepraat hebben."

Ik dacht na. Het was m'n eigen fout, natuurlijk. Ik was haar stilaan beginnen vergeten, was stilaan vergeten dat er nog wat anders was dan die verdomde roman.

- "Iets meer dan een jaar, zeker?"
"Ja." zei ze, "zoiets."
- "Het is nooit te laat, toch?"
"Jawel, Daan."
Ik dacht een zekere triestigheid in haar stem te horen, maar dat kon mijn verbeelding zijn.

"Ik ken je gewoon niet meer." Stilte.
- "Maar jij had toch ook tegen mij kunnen praten?" Stilte.
"Ik heb geprobeerd, Daan. Maar ik mocht niet van jou." Stilte.

Ik ging enkele centimeters dichter liggen.

- "Ik... Ik had het gewoon zo druk." Stilte.
"Ja, Daan. Je had het druk en je vergat om van met te houden." Stilte.

Ik legde m'n hand op haar gezicht, ging met m'n hand door haar krullen. Ik was nu meer gewend aan het donker, ik kon haar blauwe ogen zien. Ze keken triest. Alles was triest. Maar ik was enkel kwaad.

- "Ik ben nooit gestopt met van je te houden, Maaike."
Ze kuste m'n hand. Ik kroop nog een centimeter dichter.
Ik kon de warmte van haar borsten nu écht voelen.

Ze huilde. "Ik moet weg, Daan."
- "Nee, je moet niet." zei ik nors.
Ze herpakte zich.
"Ik wil weg, Daan."

Ik kroop nog een centimeter dichter. Ik sloeg m'n armen om haar heen en trok haar tegen me aan. Ze huilde zacht, alsof ik het niet mocht zien. Ze kuste m'n nek.

- "Ik wil niet dat je weg gaat." fluisterde ik. "Ik wil dat je terug komt. Ik wil je terug leren kennen."

Ze zei niets meer. Ze sloeg haar handen om me heen. Ik probeerde met haar te huilen, maar ik had enkel kwaadheid over. Kwaadheid die ik niet kon plaatsen. Kwaadheid op mezelf.
Een tiental minuten later lag ze te slapen.

Ik lag naar het plafond te staren. Het licht dat door een kier van het gordijn kwam sloeg een vreemde schaduw op het plafond.

Ik wou het me niet voorstellen, een leven zonder haar.
- De schaduw had eigenlijk iets van een meisje.

Ik beloofde mezelf dat ik dit niet wou opgeven. Ik wou al het mogelijke doen, ook al was het misschien al te laat.
- Het meisje op het plafond had een pop in haar hand.

Ik zou het beter maken, ik zou haar tonen hoeveel ik van haar hield.
- Waarom was het meisje met haar pop zo triest?

En zij zou me geloven en terug met me beginnen praten.
Ze zou terug van me beginnen houden en samen zouden we oud worden.

Zou het meisje met de pop niet mooi passen in een nieuw hoofdstuk voor de roman?

dinsdag 28 mei 2013

Sorry, Maaike

Ze was bezig alles in dozen aan het steken. Haar hele hebben en houden, of toch dat deel daarvan dat ze in onze kleine caravan had opgestapeld. Ze had haar koptelefoon aan, dus ik ging weg. Over drie dagen zou ze vertrekken, maar alles zat nu al in kartonnen dozen. Voorbereid op de storm die dra zou komen.

Maaike zat ondertussen op haar stoel te draaien met een pint lauw bier voor haar neus. Ze was onwennig, het was lang geleden dat we elkaar nog zagen.

"Sorry, Maaike, ik heb het weer verneukt."
Ze keek me aan met haar grote ogen en knikte.
- "Dat heb je inderdaad, Daan."

Ergens op deze muur had ik ooit nog Maaike's naam gekrast. Ik wist niet meer waar, want op het tijdstip van de feiten was ik in een dronken bui.

Maaike wees. "Dáár staat mijn naam, Daan."
Ze had me zien rondkijken, of misschien kon ze nog steeds in mijn hoofd kijken.
"Ja, ik weet het." loog ik. Ik loog vooral over idiote dingen.

- "Het was gezellig toen het hier nog geen rookkot was." zei Maaike, na een korte stilte.
"Ja. Maar gelukkige mogen we hier nog steeds roken."
- "Het stinkt."
"Jij stinkt."
- "Sorry."

- "Wat ga je nu doen?"
Ik was weg gedroomd. Ze gaf me een stamp.
- "Ey! Wat ga je nu doen?" vroeg ze opnieuw.
"Ik weet het niet."
- "Je bent een klootzak" zei ze.
Ik zweeg omdat ik dat ook niet wist.

Ze rolde een nieuwe sigaret en stak die tussen haar lippen.
- "Geef je vuur eens."
Ik gaf m'n aansteker.
Ik staarde weer wat voor me uit.

- "Ey, zit je naar m'n borsten te kijken?"
"Ja." Soms loog ik niet wanneer ik het eigenlijk wel moest doen.
Ze glimlachte. - "Ze zijn gegroeid, niet?"
"Ik weet het niet."

"Bij je nog op je vingers?" vroeg ik.
Ze stak haar handen uit. Haar handen waren proper.
"Proficiat."

- "Ik ga naar huis." zei ze plots.
"Ok." zei ik.
- "Tot morgen?" vroeg ze.
"Misschien." loog ik.

Ze ging weg.
Ik rookte nog een sigaret.
Ik dronk nog een pintje.
Niemand kwam me vragen hoe het met mij ging,
en dat was eigenlijk maar best.


donderdag 16 mei 2013

Arya (Maaike) Stark

(Naar http://www.youtube.com/watch?v=oRO0jQFnLjE)

Moe, ziek, zoekend liep ze diep in 't Wester woud.
't Volk keek, snoof en grief, zag niet wie zij was.
Een oude jas, haar schoenen vuil. Ontdaan van lief en leed.
Haar hart was koud, haar schoenen nat.
Niets waar ze nog naar keek.

Maar wie ben jij, wie ben jij
Dat je neer kijkt op mij.
Ik ben op weg, ik ben op weg,
ik kom er gerust wel.
Ik ben op weg, ik ken mijn weg,
ik kom er gerust wel.

woensdag 27 februari 2013

Polspijn

"Het is best bewonderingswaardig te noemen, dat je - gezien de huidige omstandigheden - alsnog aan me ligt te denken." Ik schreef het niet op geurend papier en typte het niet op m'n oude, mechanische typemachine, maar ik schreef het met een bmauwe balpen op een a4 blad dat ik uit de inktjet printer gehaald had. "Ik dank je daarvoor; ik denk graag dat je aan me denkt."

Het was koud en de elektrische kachel kon de kilte niet verdrijven, dus zat ik onder een paardendekentje. Vriezen deed het niet, maar toch had ik, in navolging van menig ander stakker, de toppen van m'n gloednieuwe handschoenen afgeknipt. Ik voelde me een echte Oliver Twist die Hamlet zat te schrijven.

"Ik zou je in de eerste plaats willen bedanken dat je bestaat. Dank u." Ik schrapte die laatste zin. "Ik zou je in de eerste plaats willen bedanken voor je heerlijke borsten; heerlijk vlezig met die heerlijke huid van jou er rond. Dank u." Ook die zin schrapte ik.

Ik vroeg me af of ik je überhaupt wel voor wat moest bedanken.

"Ik dank je voor de vele eindeloze discussies die we voerden over geld en werken en Hem en mijn kleine penis."

Ik bedacht dat ik op de computer tenminste een delete knop had. Het blad werd immers langzaam blauw geschrapt.

"Ik dank je dat je bent meegekomen toen ik weg moest. Ik dank je ook omdat je daarna terug naar huis gegaan bent. Dank je."

Ik voelde me eigenlijk voor niets dankbaar en schrapte dat dus ook maar.

"Ik vond het fijn toen je zei dat ik je moest knuffel." Ik was niet zeker of ze dat ooit gezegd had, maar liet het toch maar staan. "En ik vond het fijn toen je die dag koffie gemaakt had en je sigaretten ging halen voor mij." Daarvan was ik wel bijna zeker dat het nooit gebeurd was.

"Ik vond het fijn naar je witte tanden te kijken toen je klaar kwam." Ik schrapte "jij" en verving het door "ik"; daarna schrapte ik de hele zin.

Whisky pauze. Sigaretten pauze. Op televisie was helemaal niets te zien.

"Ik mis je borsten."
Dat liet ik staan.

"En je vagijn."
Dat schrapte ik maar weer.

Daarna verfrommelde ik het blad, goot ik er een scheut zippo brandstof op en stak het in brand.

Ik nam een nieuw blad.

"Goeiemorgen, liefste. Koffie in koffiezet. Tot vanavond."

En toen ging ik naar m'n eigen bed.

Het vervolg

Ze zaten naar het scherm te staren. Hij zag dat ze ontroerd was door wat ze las. Onverzadigbaar bleef ze naar beneden scrollen, op zoek naar het vervolg. Maar ze kon het niet vinden, hij wist dat ze het niet zou vinden, simpelweg omdat het nog niet bestond.

Vond je 't mooi? Klik op "Vind ik leuk" en ik vertel je binnenkort een nieuw verhaal.

Hierzo ↑