Ik reed door de stad die ik dankzij haar had leren kennen. Ik reed langs de café's waar zij ook nu nog vaak zou komen, zonder mij. Ik dacht aan die eerste nacht met die drie duvels. Met de trein naar huis, na die eerste kus, omdat ik een week eerder mijn auto in friet had gereden. En een laatste sms om haar een mooie droom te wensen.
Ik weet het niet meer, meneer. Was ik dan niet steeds eerlijk geweest? Was het niet duidelijk van in het begin? Heb ik überhaupt gelogen of verzwegen?
Ik fluisterde dat ik niet durfde. Ik fluisterde dat het een groot gebeuren was voor haar. Ik fluisterde dat ik niet zeker genoeg was om zo'n stap (voor haar) te nemen. We lagen in bed en zij ging met haar vingers door m'n weinige borsthaar. Ze fluisterde dat het goed was, dat ze het wilde, dat het allemaal niet zoveel gaf...
Het ging allemaal zo snel, meneer. De weken vlogen voorbij. Ik zag haar niet zo vaak, enkel in het weekend. En de weken leken zo kort. En plots had ik al veel te lang gewacht...
Ze kwam aan met de trein. Ze had Tibetaanse vlaggetjes gekocht. (Die konden mij gestolen worden, maar voor haar hing ik ze op.) Ze kuste me. Ik kuste terug, maar wist niet goed hoe te beginnen. Ze was droevig. Ik wou haar niet nog droeviger maken. Ik wachtte nog een week.
Begrijpt u, meneer? Ik wou het niet. Ik wou haar niet kwetsen. Ik wou haar niet verder duwen dan ze al zat. Ik wóu haar niet afwijzen, maar ik wou ook niet van haar houden. Ik wou op een dag gewoon verdwijnen.
Ze huilde, maar wou me niet vertellen waarom. Ze had het moeilijk, maar wilde mij daar niet mee belasten. Ze wou enkel eventjes huilen. Daarna kwam ze terug.
Laat me het uitleggen, meneer! Ik voel níets. Niet voor haar, niet voor een ander. Ik ben gevoelloos. Ik heb het druk om te voelen. Ik ben te oud om te voelen. Ik ben te leeg om te voelen. Ik ben te verheven om te voelen. Ik wil niet meer voelen.
Ze probeerde me te kussen, maar ik kuste niet meer terug. Ik wist wat ik haar later die avond zou vertellen. Ik had het me voorgenomen. Of zou ik nog een weekje wachten? Ze zag er alweer zo droevig uit...
Je hebt gelijk, meneer. Ik ben een klootzak.
Of misschien eerder een lafaard.
Ik had veel eerder eerlijk moeten zijn.
Denk niet te lang aan me, want dat verdien jij niet.