"Slaapt ge al?"
Ze knipte het nachtlampje aan.
- "Hm?" vroeg ik slaperig.
"Of je al slaapt."
- "Ja" zei ik.
Ze gromde.
"Leugenaar" zei ze.
Ik draaide me om en keek haar slaperig aan.
- "Wel, nu niet meer..." zei ik.
"Goed", zei ze, "ik moet je iets vragen..."
- "Wat scheelt er dan?" vroeg ik.
Ze keek me indringend aan.
"Wat wil je eigenlijk?"
Ik knipperde met m'n ogen, wennend aan het licht.
- "Hoe bedoel je?"
"Met mij."
Ik zuchtte.
- "Hoe laat is het eigenlijk?"
Ze schudde haar hoofd.
"Ik weet het niet."
Ik keek op mijn gsm. Half vijf.
- "Jezus, liefste, ik moet er over twee uur uit.
Ze knikte.
"Sorry." zei ze. "Ga maar terug slapen."
Ze knipte het licht uit.
In het donker legde ik m'n hand op haar zij.
- "Waarom vraag je dat nu?" vroeg ik.
"Ik had een nachtmerrie" zei ze.
- "Wat droomde je?"
"Dat je sliep met een ander meisje."
Ik trok haar naar me toe en kuste haar op het voorhoofd.
- "Ik slaap niet met andere meisjes" zei ik.
Ik dacht dat ik haar hoorde snikken.
"Nee, dat zou niet geven" zei ze.
Haar stem klonk normaal.
- "Waarom was het dan een nachtmerrie?"
"Omdat je me verliet."
- "Voor dat meisje waarmee ik sliep?"
"Ja."
Ze snikte niet. Ik had het me ingebeeld.
- "Liefste?" zei ik.
"Ja?" vroeg ze.
- "Zal ik bij je blijven?"
"Ja." zei ze.
- "Ok." zei ik.
Ze kuste me.
Ik kuste haar wang.
Ik beeldde me in zout te smaken.
- "Ga maar slapen, liefste."
Ik voelde haar knikken.
"Slaap zacht" fluisterde ze.
- "Droom zachte" zei ik.
Enkele uren later zou ik wakker worden.