woensdag 4 april 2012

Ik zie je ooit wel weer

Ze deed alsof ze niet zag dat ik naar haar zat te kijken. We zatten aan het rafeltje. Zij, in haar gescheurde, beige broek; ik, met mijn baard van twee weken. De barman sloot de deur en de gordijnen en zette een asbak voor onze neus. We rookten zwijgend.

"Dus, Daan..." begon ze. Ze steunde met haar elleboog op tafel en hield haar sigaret naast haar gezicht. "Hoe gaat het met je?"
Ik keek in het rode puntje van mijn sigaret, trok de rook in mijn longen, keek het meisje in de ogen en blies de rook naast haar gezicht uit.
- "Goed, zeker..."
"Ik heb je al lang niet meer gezien."
- "Ik weet het."
Ik nam een slok van het glas wijn dat voor m'n neus stond. M'n derde.

- "Heb je me gemist?" vroeg ik.
Ze staarde bedenkelijk in de verte.
"Soms."
- "Wanneer dan?"
Ze zuchtte.
"Als ik dronken was. Of eenzaam. Of als ik je online zag staan."

"Heb jij mij gemist?" vroeg ze.
- "Elke dag."
"Leugenaar."

Ik dronk de laatste wijn op en ging aan de toog twee nieuwe glazen bestellen. Toen ik terug kwam zat ze naar haar gsm te staren.

- "Roept de verre wereld je al terug?" vroeg ik.
"Ja."
-"Blijf je lang?"
"Ik weet het nog niet."

Ze dronk in één teug de helft van het glas wijn leeg en rolde een nieuwe sigaret.

"Ik denk niet dat ik het kan, Daan."
- "Wat kan je niet?"
"Dit alles, dit leven."
- "Waarom kan je 't niet?"
"Ik kan het gewoon niet."

De barman begon naast ons stoelen op de tafels te zetten.

- "Blijf je tot na de winter?"
"Ja, ik denk het wel."
Nog een zucht.
"... als ik een huis vind."

- "Kom je even bij mij wonen?"
"Ik denk niet dat dat een goed idee is."
- "Ik weet het." zei ik. "Toch ben je welkom."
"Ik zal er over nadenken."

Ik vroeg of ik een sigaret mocht rollen. Mijn tabak was op.

- "Ik zou 't niet meer mogen verlangen, hé." zei ik.
"Nee, Daan." Ze blies rook boven mijn hoofd uit. "Het zou beter zijn van niet."
- "Toch doe ik het."

De barman kwam ons melden dat we op moesten hoepelen. Het was 's nachts nog altijd koud buiten.

"Gaan we naar huis?" vroeg ze.
- "Ja." zei ik. "Ik ben te moe en te dronken."

Ze twijfelde.

"Mag ik dan met je mee?"
- "Ja." zei ik.

En die nacht leek het alsof er eigenlijk weeral niets was veranderd.

Het vervolg

Ze zaten naar het scherm te staren. Hij zag dat ze ontroerd was door wat ze las. Onverzadigbaar bleef ze naar beneden scrollen, op zoek naar het vervolg. Maar ze kon het niet vinden, hij wist dat ze het niet zou vinden, simpelweg omdat het nog niet bestond.

Vond je 't mooi? Klik op "Vind ik leuk" en ik vertel je binnenkort een nieuw verhaal.

Hierzo ↑