"Daan?"
- "Ja?"
"Wat drink je?"
- "Whisky-cola."
"Whisky-cola?!"
- "Ja."
"Waarom drink je whisky-cola?"
- "Waarom niet?"
"Je dronk het vroeger nooit met cola..."
- "Vandaag had ik er zin in."
"Waarom?"
- "Dat weet ik niet, ik had zin in iets zoets."
"... met whisky in?"
- "Met whisky in."
Ze staart naar haar schoenen, daarna staart ze naar mij.
"Je vertrekt zaterdag?"
- "Ik vertrek zaterdag."
"Voor hoe lang?"
- "Dat weet ik nog niet."
"Kom je terug?"
- "Waarschijnlijk niet."
Ze kleedt zich helemaal uit en komt naast me liggen.
"Waarom ga je?"
- "Omdat ik dit meisje graag zie."
"Ben je zeker?"
- "Ja."
"Je liegt."
Ze doet het licht uit.
"Daan?"
- "Ja?"
"Neem je me nog eens vast?"
- "Nee."
Ze wacht.
"Ik hoop dat je terug komt, Daan."
Ik denk.
- "Ik hoop van niet."
Zij denkt.
"Droom zacht, Daan."
- "Slaap zacht, Maaike."