(Ze zit op de stoel recht tegenover me. De gordijnen van de kinky star zijn gesloten en de asbakken zijn op tafel gezet. Nu zijn we allemaal persoonlijke vrienden van de chef, wiens naam ik niet ken. De muziek staat loeihard, maar zij kan liplezen; of dat hoop ik toch.)
Je hoeft niet te huilen, schat. Daar ben je toch te intelligent voor, om je tranen te laten stromen? Het is idioot en het maakt je lelijk. Gelukkig draag je geen mascara, anders was het al helemaal geen zicht. Maar echt, je bent toch slimmer dan dat, of toch minstens meer verbitterd?
Het doet er toch helemaal niet toe, dat weet je best. Je hebt je al lang van al die idiote illusies ontdaan. Je droomt er soms nog van, die zomernachten dat je nog niet beter wist. Maar nu weet je wel beter, dus gedraag je daar naar.
Je bent ook al zo oud, de verkeerde kant van twintig. Over een paar jaar is het simpelweg afgelopen, dan geeft het al helemaal niet meer. Nog enkele lentes en we lachen erom op ons sterfbed.
Hoe voelt het eigenlijk, om zo oud te zijn?
Pas op, ik weet best dat ik je op de hielen zit. Ik kocht vorige week mijn allerlaatste go-pass. Ik denk zelfs dat ik die niet meer volledig zal kunnen gebruiken. Dan verkoop ik hem door aan iemand die verder van het einde zit.
Heb jij trouwens al een testament? Boudewijn De Groot schreef het zijne eerder.
Waarom rook je geen sigaret? Ik weet dat je ertegen bent en dat jij veel beter weet dan je longen met die smerigheid te bevuilen, maar doodgaan doen we toch. Sommigen dementerend in een rolstoel, anderen rochelend en hijgend op de stoep. Ben jij een rolstoelmens, meisje?
Kom, stop nu met huilen, zo serieus bedoelde ik het niet.
Hier, ik heb er eentje voor je gerold. Je hoeft 'm niet helemaal op te roken, neem gewoon een paar trekjes. Natuurlijk weet ik dat het niet je eerste sigaret is, maar misschien heb je er gewoon nog niet van leren genieten.
Er was nog zoveel dat ik wou doen tegen volgende week. Ik geef het toe, mijn dromen waren idioot en materialistisch, maar ik had echt gehoopt tegen volgende week genoeg duiten te hebben om voor jou te kunnen zorgen. Ik faalde, liefste meisje, maar dat is helemaal niet zo erg want lang zal het toch niet meer duren.
Nee, 't is niet omdat je een patattenneus hebt. Ik zei al dat ik er ongelofelijk van hou. Ik weet niet hoe dat komt, die passie voor neuzen. Er was eens een meisje met zo'n scherpe haakneus; je kent dat wel, zo'n Franse neus met zo'n hoek in het midden. Ik vond haar het allermooiste meisje van de hele wereld! Op een dag had ik voldoende zelfvertrouwen om haar te versieren en 's nachts lagen we te kussen in de zetel.
We konden er niet zoveel van, dat meisje stak haar tong gewoon uit. Heel mijn gezicht vol van haar speeksel! Ze had ook een vreemde tong, een vierkante. Maar die neus en die tong, die zal ik nooit vergeten.
Moet je nog wat drinken? Ze schenken hier Maes.
Ik heb nooit de moed gevonden om dat meisje nog eens uit te vragen. Nu is ze samen met een andere klootzak en zal ik haar waarschijnlijk nooit meer zien. Maar dat tongetje, dat mis ik soms.
Kijk, dat is het probleem ook een beetje, meisje: het is allemaal verdomme je eigen schuld. Ik heb je niet gevraagd om naar hier te komen, ik heb je niet gevraagd om in de zon te liggen tot het avond werd, ik heb je niet gevraagd om op mijn schouder in slaap te vallen. Ik heb elke vorm van initiatief op heel laffe wijze in jouw handen gelegd. Zo treft mijzelf dus geen schuld.
Kan je genieten van je sigaret? Het verlicht de gevoelens, niet?
Ik wil je best mijn wereld geven, meisje. Je mag je nestelen in mijn saaie chaos en in de zetel een boekje lezen. Je mag op mijn schouder wachten tot het voorbij is, over enkele jaren. Je mag je idiote kunstzinnigheden uitvoeren op mijn bed. Je mag je handen in de mijne leggen en vragen ze te beschermen tegen de kou. Je puisten zal ik uitknijpen als je dat wilt. Ik zal van je houden en enkel nog subtiel flirten met de meisjes in de kroegen, zodat jij het niet ziet. Vertrouw me, meisje, het kan mooier saai zijn dan in die idiote komedies die je stiekem zo graag ziet.
Maar; meisje, mijn meisje, vraag me nooit meer om mee te gaan naar een optreden van Sigur Ròs.
(Ik weet het; meisje, m'n meisje, je vraagt je af of dit écht over jou gaat. Daarom stel ik je gerust, ik heb het helemaal voor jou geschreven. Helemaal voor jou alleen.)