God zat bedachtzaam voor zich uit te staren. Daarna richtte hij zijn blik weer naar de man die voor hem zag; de man die met pretoogjes naar hem zat te grinzen. "Wat denk je, Godmans, doen we het?" God streek met zijn hand zijn baard recht, leek diep na te denken en zei daarna "Goed, we doen het." Satans grijns werd groter.
Ze hadden elkaar een paar uur eerder in diezelfde kroeg ontmoet. God, een langzaamaan kalende vijftiger die niet wist wat te doen met zijn leven, Satan een jonge dertiger met een rode kop en rode horentjes op zijn voorhoofd. Satan had God een whisky aangeboden en God had zo'n aanbod niet afgeslagen. En het was niet bij die ene whisky gebleven, het duurde niet lang of de barman had de fles gewoon op de toog gezet. Ze was bijna leeg ondertussen.
"Luister eens, Godmans..." was Satan begonnen. Het is opmerkelijk hoeveel onheil wel niet begint met "Luister eens". "Ik loop al een tijdje met een idee in mijn hoofd."
God had gezegd dat hij luisterde.
"Ik heb wel al wat over je gelezen, Godmans." ging Satan verder. "Dat ding dat je daar doet met de mens enzo, baanbrekend onderzoek, erg interessant."
- "Dank je." had God gezegd. God had daarna zijn glas leeggedronken waarop Satan het terug vulde.
"... maar ik vind dat je verder moet gaan."
- "Hoezo?"
"Wel, nu is het wel leuk enzo, maar waar is de commerciele waarde?"
God had Satan daarop minachtend aangekeken en gezegd dat hij een wetenschapper was.
"Laat me duideljker zijn, Godmans." Satan haalde een schetsboek boven en opende het ergens in het midden. Op de tekening stond een man afgebeeld die levend in brand gestoken werd door een menigte woeste weerwolven. "Zie je dit?"
God zag het.
"Dat is wat je publiek wilt zien!"
God schudde zijn hoofd.
- "Hoe kan ik dat nu doen?" vroeg God.
"Simpel" zei Satan, "gewoon een klein beetje meer werk."
"Je moet ze ophaasten, Godmans. Die mens van jou zal pas echt reactief worden als je ze wat opjaagt."
God dronk nog een whisky. Hij had inderdaad een vergrote reactiviteit waargenomen in hagelijke, doch compleet natuurlijke situaties.
- "Wat wil je dan doen?" vroeg God.
"Simpel, Godfried. Het enige wat je meot doen is mij één server geven waar ik mag doen wat ik wil."
- "Nog een server? Ik krijg de huidige servers nog niet gevuld" opperde God.
"Je hoeft 'm niet te vullen God, dat zal ik zelf wel doen."
- "Maar hoe dan?" vroeg God.
"Luister..."
"Kijk, Godfried, we doen het zo. Op jouw server laten we alles zoals het is, op één ding na. Ik weet dat die mensen bij jou gewoon opnieuw respawnen als de garbage collector passeert, juist?"
God knikte.
"Wat denk je dan hier van? Elke mens heeft tijdens zijn run de keuze om één keer een aanpassing van de omgevingsvariabelen te doen. Met andere woorden, hij mag één keer de loop der dingen veranderen. Niets groots, natuurlijk, we weten allemaal wat er met het totaal-vrijheidsexperiment van Marnix gebeurde."
God grijnsde. Ze waren dat laboratorium nog steeds aan het nablussen en in een straal van 50 kilometer was onbewoonbaar verklaard.
"Gewoon, kleine dingen." ging Satan verder. "Hoogstens root level twee zou ik zeggen."
God zag niet hoe een verandering in de root level twee variabelen ook maar iets van invloed zou hebben op de stabiliteit van het systeem.
- "Goed, en dan, Satan. Wat met jou server?"
"Wel, Godmans, hier is het leuke."
God ging wat rechter op zijn stoel zitten en spitste zijn oren.
"Als de mens kiest om dat te doen, respawned hij op mijn server."
- "... en dan mag jij ermee doen wat je wilt..."
"... en hun iterator wordt stilgezet."
God keek verschrikt. - "Waarom?"
"Zomaar" zei Satan. "Zodat ze voor eeuwig op mijn server moeten blijven."
- "Maar dan brengen ze niets op!"
"Dat geeft niets. De reactiviteit van de andere servers zullen dat compenseren."
God goot zichzelf nog een whisky uit.
- "En jij denkt dat die keuze de reactiviteit zoveel zal verhogen?"
"Ja" zei Satan.
- "En jij denkt dat een mens die keuze ooit zou maken?"
"Ja" zei Satan opnieuw.
God staarde bedachtzaam voor zich uit.
Een paar weken later offerde ik mijn ziel om vijf jaar met dat meisje samen te zijn. Ze had donker, krullend haar. En zoals afgesproken ging ze na vijf jaar terug weg en moet ik wachten op de volgende iteratie; mijn laatste, eeuwigdurende iteratie.