Zuchtend en puffend werd ik wakker. Hoewel ik de dag ervoor slecht twaalf flessen rosé wijn opgesipt had, gedroeg mijn maag zich als een opstandige kleuterklas. Met mijn ogen nog half dicht rijkte ik naar het halfvolle glas wijn dat nog op mijn nachtkastje stond, een overschotje van gisteren. Ik goot het binnen en greep daarna naar het pakje sigaretten dat ernaast lag. Terwijl ik rookte bedacht ik wat voor een ongelofelijke klotedag het vandaag weer zou zijn.
De spiegel loog vandaag weeral niet. Achter mijn oor had ik nog steeds mijn puistje. Ik haat puisten. Het was nu toch alweer een paar jaar geleden dat ik voor het laatst last had van puisten, maar nu had ik er dus één achter mijn oor. Onzichtbaar, had Sandra gezegd, maar ik wist dat hij er was en ik wist dat de dag zou komen dat iemand anders hem zou zien. Ik zou vanaf die dag bekend staan als "puistoor" en de andere mensen zouden vanaf dan bananenschillen en uitwerpselen naar mij gooien. Het was, met andere woorden, van vitaal belang dat die lelijke klote puist achter mijn oor nooit gezien zou worden.
De grote betonmolen kwam krakend in beweging. Ik vulde hem met cement, zand en water, elk in zeer precisieuse hoeveelheden. Veel mensen zijn de kunst van het cementmixen vergeten, maar ik neem genoegen in mijn werk. Als laatste element voegde ik het pigment toe. Het had drieduizend euro gekost om dit specifieke roze te laten mixen. Een kleurtechnicus had met een elektronenmicroscoop mijn huid geanalyseere en deze speciefieke kleur voor mij gemaakt.
Na het mixen bracht ik de cement met een truweel aan op mijn gezicht. De moeilijkheid bestaat erin een egale laag aan te brengen. Veel mensen zeggen dat een dun laagje volstaat, maar ikzelf ben een fervent voorstander van een ietwat dikkere laag. Een egale schil van twee centimeter fundering voelt voor mij het beste aan.
Tijdens het uitharden van de mortel las ik wat in de flair. Er stond een artikel in waarin de grote sterren van de Vlaamse mediawereld hun orgasmes besproken. Ik las ze allemaal, maar kon me in geen van hen vinden.
Toen de mortel uitgehard was nam ik de spuitbussen met extra kleurpigment om het resultaat uit te werken. Het roze was ook vandaag weer netjes perfect egaal, ik had weer goed mijn best gedaan. Op mijn kaken bracht ik een rood blosje aan, mijn lippen kleurde ik bloedrood en mijn wenkbrouwen donker bruin. Daarna voegde ik glitters toe.
Ik had nog een half uur om mijn haar te doen. Dat was eigenlijk te weinig, dus schoor ik het af en zette een pruik op. Daarna vertrok ik naar mijn werk.
Sandra zag er weer stralend uit. Gillend renden we op het perron naar elkaar toe. We gaven elkaar een knuffel, sprongen enkele keren in de lucht van blijdschap, gaven elkaar een innige kus op de mond en zeiden tegen elkaar dat we er prachtig uitzagen. Het was waar, Sandra zag er prachtig uit. Haar mooie, blonde haren waaiden in de wind. Mijn eigen haren konden daar niet tegenop. Ik vond Sandra daarom een krenterige trut. Eigenlijk mag ik haar helemaal niet zo.
Karel lachte naar mij op het werk. Hij zei dat ik er stralend uit zag. Ik zei dat ik er altijd stralend uitzie. Daarna zei ik dat hij me gerust moest laten.
's Middags moest ik even huilen op het toilet. Gelukkig kon ik mijn tranen snel drogen.
Karel vroeg of ik wat wou gaan drinken. Ik loog dat ik met Stephanie had afgesproken. "Een andere keer dan", zei hij. Ik zei "misschien". Hij leek teleurgesteld. Ik vroeg hem of hij mijn puistje al had gezien, hij zei dat hij niet wist waarover ik het had. Ik toonde hem het puistje, hij zei dat het een mooi puistje was.
Ik schreef een briefje aan mezelf waarin stond dat ik niet mocht vergeten naar de winkel te gaan. Het briefje hing ik aan de rand van mijn computerscherm. Ik schreef er niet op dat ik voornamelijk rosé wijn moest kopen.
Sandra gaf me de naam van een product dat volgens haar alle puisten op twee dagen weg krijgt. Het is iets Indisch en ik vertrouw het niet. Dat hele alternatieve gedoe vind ik maar wat voor hippies. Zelf voel ik me allesbehalve een hippie.
Ik wenste Karel een goede avond. Sandra's bureau liep ik bewust voorbij. Morgen zal ik wel uitleggen dat ik erg gehaast was.