"Kom eens wat dichter." We zaten in de zetel. Op de achtergrond speelde dEUS. Ze zei niet zoveel. Ze kwam wat dichter zitten. "'t Is niet altijd makkelijk hé." Ze zei niets, maar legde haar hoofd op mijn schoot. Ik ging met m'n vingers door haar haren.
"Soms vraag ik me af waarom we het eigenlijk nog doen." Ze draaide haar hoofd, mijn hand naar een ander plekje op haar hoofd leidend. - "Wat zouden we anders doen?" vroeg ze. Ik wist niet meteen een antwoord.
Ze ging terug recht zitten en stak een sigaret op. Ik dronk een slok rode wijn. Ze ging tegen me aan gaan liggen. We genoten van de duisternis van de nacht en van de flikkering van het kleine lichtje van de sigaret. "Het is weer zomer, Maaike." Ze knikte. "Weet je 't nog, die vorige zomer?" Ze knikte. "Wat een zootje." Ze knikte.
Ik gaf ze een kus op haar kruin. "We gaan er deze keer geen zootje meer van maken, hé?" Ze zei niets. "Dit jaar doen we 't anders." Ze tipte de as van haar sigaret in de asbak en kwam weer tegen me liggen. "Geen verplichtingen meer, geen verwachtingen meer. "En we wachten gewoon tot we weer liefde vinden." Ze knikte. Ik legde m'n arm op haar rug. "Ik ben blij dat je hier bent."
Ze duwde haar sigaret uit in de asbak. - "Vergeet niet dat het maar voor even is, Daan." zei ze. "Ik weet het, Maaike." - "Voor héél even, Daan." - "Het kan me niet schelen, Maaike." - "En je bent zeker dat dat okay voor je is?" Ik knikte.
Ze kuste me. Ik kuste haar. - "Ben je héél zeker?" vroeg ze. Ik kuste haar. "Ja." Ze ging terug liggen. - "Wil je geen ander liedje op leggen?" dEUS zong "Nothing really ends". Ik wisselde de cd. - "Wat wil je nu doen?" vroeg ze. "Gewoon, graag zien." - "Wie?" vroeg ze. "Om 't even, Maaike." - "Mij?" vroeg ze. "Vanavond." antwoordde ik. Ze dacht even na. - "Ik jou ook." zei ze. - "Vanavond."
Ik was eigenlijk gewoon blij dat er was.
En overmorgen zou er wel een andere Maaike zijn.