Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat naast me wakker wordt,
dat naast me zit als ik naar een film kijk
dat zegt dat ik lekker kook.
Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat me de weg toont als ik verloren loop,
dat naar me op zoek gaat als ik diep zit
dat van me houdt als ik haar even vergeten ben.
Ik vraag toch niet zoveel?
Een meisje dat haar benen sprijdt
dat onvoorwaardelijk de mijne is
die meegaat in elke perversiteit.
Ik vraag toch niet veel?
Een meisje dat me recht houdt als ik ten onder ga
dat me kalmeert als ik haar haat
dat me gerust laat als ik alleen wil zijn.
Ik vraag toch niet veel?
Dat meisje dat onvoorwaardelijk van me houdt,
terwijl ik, onzeker, stom haar liefde verraadt,
en zij mij toch terug in haar armen neemt.
Tot ik, op een dwaze avond,
op het strand van Oostende,
plechtig aan mezelf beloof
dat ik haar nooit meer verlaat.