(Naar aanleiding van volgende tweet zag ik mij genoodzaakt mijn fantasie bij te stellen.
"@DaanSkaeg Je schetst een nogal hovaardig beeld van me. Ik ben veel zachtaardiger.")
Duchka stond me op te wachten aan het station. Ze had een dikke, wollen trui aan en een wollen muts op haar hoofd. "Hey Daan", zei ze opgewekt. "Ik ben blij dat je er geraakt bent." Ze aarzelde even. "Ik heb je een beetje gemist."
Het was een kleine week sinds onze eerste date en ik was verwonderd geweest toen ze me plots sms'te dat ze me nog eens wou zien. Ze had gestuurd dat ze het erg leuk gevonden had, ook al had ik niet veel gezegd. Ook zei ze dat zij mij deze keer een stad zou tonen, dus sprong ik diezelfde avond nog op de trein.
Ze zag er knap uit onder die muts; een klein, schattig meisje met een stralende glimlach.
"Waar gaan we heen?" vroeg ik. Haar zachtheid werkte aanstekelijk, of misschien was het deze stad wel die mijn zware gemoed lichter deed lijken. Wat het ook was, ik was blij hier te zijn.
- "Ik dacht van even naar de jazz club te gaan" zei ze opgewekt. "Lijkt je dat wat?"
"Natuurlijk lijkt me dat wat" zei ik grijnzend. Dit meisje mocht me meenemen naar het vagevuur, ik zou nog gelukkig zijn.
We wandelden door geel verlichte straten tot we in een groezelig steegje aan kwamen.
- "Hier is het" zei Duchka. Ik liet haar voorgaan en keek hoe ze met moeite de massief eiken deur open duwde. We werden begroet door een uptempo jazz deuntje en de geur van warme chocolademelk en whisky.
We gingen binnen en Duchka deed haar muts en jas uit. Haar krullenbol exploseerde als het ware uit haar muts. Ze zocht een plekje aan een klein rond tafeltje in een hoek van de kroeg en ik ging tegenover haar zitten.
- "Ik heb over je gedroomd" zei Duchka, toen ze neer zat.
"Oh, enkel mooie dingen, hoop ik?"
- "Ja, zei ze. Het was een mooie droom."
"Over wat ging hij dan?" vroeg ik. Ik merkte een zekere aarzeling op.
- "Ik durf het niet goed te vertellen." zei ze blozend.
Heerlijk, dacht ik. Dit mooie meisje heeft erotische dromen over mij. Het leven lacht me toe.
- "Wel", ging Duchka verder, "ik was een prinses en ik was opgesloten in een groot, vuil kasteel door een mytisch wezen met grote horens. En jij was een prins."
"... en ik kwam jou bevrijden?" vulde ik aan.
- "Ja" zei Duchka. "Ik zag je in de verte aankomen, rijdend op je eenhoorn."
"Ik reed op een eenhoorn?" vroeg ik ongelovig.
- "Ja. Jij reed op een eenhoorn. En aan de horizon stond een regenboog."
"Heh, en wat gebeurde er toen?"
- "Jij versloeg het monster en ik reed met jou weg op die eenhoorn."
"Dus jij ging met me mee?"
- "Ja, en de eenhoorn kon ook vliegen."
"Waar vlogen we dan heen?"
- "Naar jouw kasteel natuurlijk."
Ik begon me stilaan af te vragen of dit dezelfde Duchka was die ik een paar dagen eerder ontmoet had.
- "We landden op je balkon. Het was zo'n rond balkon, zoals dat balkon van Jasmine in die Disney film Aladin."
"En daar streken we neer op die eenhoorn?"
- "Ja" zei ze. Ik dacht een verliefde, dromerige blik op te merken.
"En toen?"
- "Jij nam me vast en kuste me."
"En vond je dat fijn?"
- "Heel fijn."
Ze keek glimlachend in mijn ogen. Ik vroeg me af of ik me dan nu naar haar moest toebuigen, of dat ik moest blijven zitten. Ik ben nooit erg goed geweest in het aanvoelen van dat "moment".
- "... en toen kwamen de puppies!" zei Duchka.
"Puppies?" En ik dacht dat ik vreemde dingen droomde.
- "Ja, een hele nest puppies kwam naar ons toe gestrompeld en we speelden ermee tot ze allemaal in slaap gevallen waren."
Ik begon het gevoel te krijgen dat ik hier zo snel mogelijk weg moest.
Ik zag dat zij zag dat ik me niet op mijn gemak voelde.
De barman kwam rond en ik bestelde een pintje. Duchka bestelde een warme chocomelk met slagroom.
- "Je vindt dat toch niet raar hé, dat ik mijn droom aan jou vertel?"
"Nee" loog ik. "Ik droom ook soms rare dingen."
Ik probeerde te bedenken wat ik laatst droomde. Ik denk dat het die droom was waar kleine aliens onder mijn huid een kolonie gesticht hadden en op een dag besloten uit te breken. Ze broken door mijn huid heen en ik stierf in een plas bloed.
- "Ik hou van puppies." zuchtte Duchka.
Ze zat dromerig naar het plafond te staren.
Ik nam een grote slok van mijn pint.
"Vertel eens, Duchka, wat heb je nog allemaal gedaan deze week?"
Ze dacht diep na. "Wel, eergisteren ben ik gaan helpen in het asiel en gisteren schreef ik een gedichtje."
Ik besloot het onderwerp "asiel" te negeren.
"Een gedichtje?"
- "Ja" zei ze opgewekt. "Wil je het eens horen?"
Ik wou het graag horen.
Duchka stelde zich recht, ging naar de bar, vroeg of de muziek eventje uit mocht, ging daarna op een stoel staan, haalde een blaadje uit haar zak en sprak met statige stem:
"Puppies zijn schattig,
Puppies zijn zacht.
Maar soms hebben ze koud
In de gure nacht.
Maar elke pup weet
Dat op zo'n nacht
De zachte Duchka
Thuis op hen wacht.
Dus kom, puppies, kom
Ik geef jullie eten
Die kille koude
Zal je gauw vergeten."
Ergens achteraan de kroeg begon een oude man luid te applaudiseren. Duchka klom van haar stoel en ging weer tegenover mij zitten. Ze lachtte.
- "Wat vond je ervan?" vroeg ze.
"Ik vond het wel mooi." loog ik. Als er iets was dat die vreemde Duitse film mij geleerd had was het dat liegen toegestaan is, zolang het maar lieve leugens zijn.
- "Ja, ik vind het ook goed gelukt." zei Duchka. "Ik heb er de hele dag aan gewerkt."
Toen zei ik dat ik dringend weg moest om de trein te halen.
Ik dronk de rest van mijn pint uit, deed m'n jas aan, rolde een sigaret en wenste Duchka een goede nacht.
- "Maar... Blijf je dan niet nog even?"
"Ik moet morgen werken." loog ik alweer.
- "Maar ik had gehoopt dat je zou blijven slapen."
Ik keek naar die krullenbol, ik keek naar die prachtige glimlach, ik keek diep in die donkere ogen, slikte m'n trots in en zei "Ok, misschien kan ik nog heel eventjes blijven".
Toen we bij Duchka's huis toekwamen was ik weeral flink aangeschoten. Duchka klom op de zolder, nam een veldbed, gaf het aan mij en ging naar de badkamer om haar pyama aan te doen. Toen ze terug kwam gaf ze me een kus op m'n wang en zei, "Slaapwel, Daan. Ik wens je prettige dromen." Daarna kroop zij in haar eigen bed en deed het licht uit. Ik kroop in het veldbed en vroeg me af wanneer de eerste trein was.
In het donker zei Duchka: "Daan, ik zie je graag."
Ik deed alsof ik sliep.
In de verte hoorde ik een puppie huilen.
"@DaanSkaeg Je schetst een nogal hovaardig beeld van me. Ik ben veel zachtaardiger.")
Duchka stond me op te wachten aan het station. Ze had een dikke, wollen trui aan en een wollen muts op haar hoofd. "Hey Daan", zei ze opgewekt. "Ik ben blij dat je er geraakt bent." Ze aarzelde even. "Ik heb je een beetje gemist."
Het was een kleine week sinds onze eerste date en ik was verwonderd geweest toen ze me plots sms'te dat ze me nog eens wou zien. Ze had gestuurd dat ze het erg leuk gevonden had, ook al had ik niet veel gezegd. Ook zei ze dat zij mij deze keer een stad zou tonen, dus sprong ik diezelfde avond nog op de trein.
Ze zag er knap uit onder die muts; een klein, schattig meisje met een stralende glimlach.
"Waar gaan we heen?" vroeg ik. Haar zachtheid werkte aanstekelijk, of misschien was het deze stad wel die mijn zware gemoed lichter deed lijken. Wat het ook was, ik was blij hier te zijn.
- "Ik dacht van even naar de jazz club te gaan" zei ze opgewekt. "Lijkt je dat wat?"
"Natuurlijk lijkt me dat wat" zei ik grijnzend. Dit meisje mocht me meenemen naar het vagevuur, ik zou nog gelukkig zijn.
We wandelden door geel verlichte straten tot we in een groezelig steegje aan kwamen.
- "Hier is het" zei Duchka. Ik liet haar voorgaan en keek hoe ze met moeite de massief eiken deur open duwde. We werden begroet door een uptempo jazz deuntje en de geur van warme chocolademelk en whisky.
We gingen binnen en Duchka deed haar muts en jas uit. Haar krullenbol exploseerde als het ware uit haar muts. Ze zocht een plekje aan een klein rond tafeltje in een hoek van de kroeg en ik ging tegenover haar zitten.
- "Ik heb over je gedroomd" zei Duchka, toen ze neer zat.
"Oh, enkel mooie dingen, hoop ik?"
- "Ja, zei ze. Het was een mooie droom."
"Over wat ging hij dan?" vroeg ik. Ik merkte een zekere aarzeling op.
- "Ik durf het niet goed te vertellen." zei ze blozend.
Heerlijk, dacht ik. Dit mooie meisje heeft erotische dromen over mij. Het leven lacht me toe.
- "Wel", ging Duchka verder, "ik was een prinses en ik was opgesloten in een groot, vuil kasteel door een mytisch wezen met grote horens. En jij was een prins."
"... en ik kwam jou bevrijden?" vulde ik aan.
- "Ja" zei Duchka. "Ik zag je in de verte aankomen, rijdend op je eenhoorn."
"Ik reed op een eenhoorn?" vroeg ik ongelovig.
- "Ja. Jij reed op een eenhoorn. En aan de horizon stond een regenboog."
"Heh, en wat gebeurde er toen?"
- "Jij versloeg het monster en ik reed met jou weg op die eenhoorn."
"Dus jij ging met me mee?"
- "Ja, en de eenhoorn kon ook vliegen."
"Waar vlogen we dan heen?"
- "Naar jouw kasteel natuurlijk."
Ik begon me stilaan af te vragen of dit dezelfde Duchka was die ik een paar dagen eerder ontmoet had.
- "We landden op je balkon. Het was zo'n rond balkon, zoals dat balkon van Jasmine in die Disney film Aladin."
"En daar streken we neer op die eenhoorn?"
- "Ja" zei ze. Ik dacht een verliefde, dromerige blik op te merken.
"En toen?"
- "Jij nam me vast en kuste me."
"En vond je dat fijn?"
- "Heel fijn."
Ze keek glimlachend in mijn ogen. Ik vroeg me af of ik me dan nu naar haar moest toebuigen, of dat ik moest blijven zitten. Ik ben nooit erg goed geweest in het aanvoelen van dat "moment".
- "... en toen kwamen de puppies!" zei Duchka.
"Puppies?" En ik dacht dat ik vreemde dingen droomde.
- "Ja, een hele nest puppies kwam naar ons toe gestrompeld en we speelden ermee tot ze allemaal in slaap gevallen waren."
Ik begon het gevoel te krijgen dat ik hier zo snel mogelijk weg moest.
Ik zag dat zij zag dat ik me niet op mijn gemak voelde.
De barman kwam rond en ik bestelde een pintje. Duchka bestelde een warme chocomelk met slagroom.
- "Je vindt dat toch niet raar hé, dat ik mijn droom aan jou vertel?"
"Nee" loog ik. "Ik droom ook soms rare dingen."
Ik probeerde te bedenken wat ik laatst droomde. Ik denk dat het die droom was waar kleine aliens onder mijn huid een kolonie gesticht hadden en op een dag besloten uit te breken. Ze broken door mijn huid heen en ik stierf in een plas bloed.
- "Ik hou van puppies." zuchtte Duchka.
Ze zat dromerig naar het plafond te staren.
Ik nam een grote slok van mijn pint.
"Vertel eens, Duchka, wat heb je nog allemaal gedaan deze week?"
Ze dacht diep na. "Wel, eergisteren ben ik gaan helpen in het asiel en gisteren schreef ik een gedichtje."
Ik besloot het onderwerp "asiel" te negeren.
"Een gedichtje?"
- "Ja" zei ze opgewekt. "Wil je het eens horen?"
Ik wou het graag horen.
Duchka stelde zich recht, ging naar de bar, vroeg of de muziek eventje uit mocht, ging daarna op een stoel staan, haalde een blaadje uit haar zak en sprak met statige stem:
"Puppies zijn schattig,
Puppies zijn zacht.
Maar soms hebben ze koud
In de gure nacht.
Maar elke pup weet
Dat op zo'n nacht
De zachte Duchka
Thuis op hen wacht.
Dus kom, puppies, kom
Ik geef jullie eten
Die kille koude
Zal je gauw vergeten."
Ergens achteraan de kroeg begon een oude man luid te applaudiseren. Duchka klom van haar stoel en ging weer tegenover mij zitten. Ze lachtte.
- "Wat vond je ervan?" vroeg ze.
"Ik vond het wel mooi." loog ik. Als er iets was dat die vreemde Duitse film mij geleerd had was het dat liegen toegestaan is, zolang het maar lieve leugens zijn.
- "Ja, ik vind het ook goed gelukt." zei Duchka. "Ik heb er de hele dag aan gewerkt."
Toen zei ik dat ik dringend weg moest om de trein te halen.
Ik dronk de rest van mijn pint uit, deed m'n jas aan, rolde een sigaret en wenste Duchka een goede nacht.
- "Maar... Blijf je dan niet nog even?"
"Ik moet morgen werken." loog ik alweer.
- "Maar ik had gehoopt dat je zou blijven slapen."
Ik keek naar die krullenbol, ik keek naar die prachtige glimlach, ik keek diep in die donkere ogen, slikte m'n trots in en zei "Ok, misschien kan ik nog heel eventjes blijven".
Toen we bij Duchka's huis toekwamen was ik weeral flink aangeschoten. Duchka klom op de zolder, nam een veldbed, gaf het aan mij en ging naar de badkamer om haar pyama aan te doen. Toen ze terug kwam gaf ze me een kus op m'n wang en zei, "Slaapwel, Daan. Ik wens je prettige dromen." Daarna kroop zij in haar eigen bed en deed het licht uit. Ik kroop in het veldbed en vroeg me af wanneer de eerste trein was.
In het donker zei Duchka: "Daan, ik zie je graag."
Ik deed alsof ik sliep.
In de verte hoorde ik een puppie huilen.